Op geluk sturen door gemeenten heeft weinig zin, wel kunnen gemeenten de oorzaken van geluk positief beïnvloeden. Op weg dus naar een Burgerpeiling met focus op geluk.
Bij het horen van het woord geluk zal al snel de gedachte uitgaan naar het Bruto Nationaal Geluk, zoals het land Bhutan gebruikt om de kwaliteit van leven uit te drukken. De neiging is om daar, vanuit een meer Westers perspectief, toch enigszins met fronsende wenkbrauwen naar te kijken. Toch biedt geluk, met het oog op het welzijn van inwoners, voldoende aanknopingspunten om te verkennen.
Vrijwel iedereen streeft in het leven belangrijke waarden na, zoals zelfbeschikking, vrijheid, naastenliefde en rechtvaardigheid. Ook geluk is zo’n hogere waarde en dekt voor veel mensen in meer of minder mate de lading van deze kernwaarden in het leven.
Geluk is een belangrijk verbindend element. Een gelukkig leven hangt nauw samen met goed sociaal contact met de mensen om ons heen en dingen doen waardoor je iets voor iemand anders kan betekenen. Mensen willen het gevoel hebben ergens bij te horen.
Wie liefde of solidariteit nastreeft, zal ook het geluk van anderen belangrijk vinden. Solidariteit of liefde is moeilijk te meten, geluk daarentegen wel. Meer geluk, of een betere verdeling daarvan, is dan ook een bruikbare indicator van solidariteit of naastenliefde. Geluk en vrijheid lijken heel verschillend. Maar zoeken we vrijheid niet vooral om het geluk na te jagen? Freedom to pursue happiness. Zoals alles in het leven lijkt écht gelukkig zijn dan ook neer te komen op het vinden van een persoonlijke en veranderbare balans tussen autonomie en verbondenheid.
Het meten van hogere waarden is één van de hoofddoelstellingen in de Burgerpeiling van Waarstaatjegemeente.nl. Hierin worden de (gepercipieerde) mogelijkheden van inwoners gemeten om volwaardig te kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Ook worden de behoeften gemeten om een betekenisvolle bijdrage te kunnen leveren aan het welzijn van anderen.
Burgerpeiling en geluk
Onlangs werd ik benaderd door Marjo Gruisen en Akshaya de Groot van EHERO, de Erasmus Happiness Economics Research Organisation. EHERO is onderdeel van de Erasmus Universiteit Rotterdam en heeft zich gespecialiseerd in geluksonderzoek. Zij vroegen mij waarom de Burgerpeiling nog geen geluk meet.
Op zichzelf zou je geluk makkelijk kunnen meten. Het vergt maar één additionele enquêtevraag: “Hoe tevreden bent u op dit moment, over het geheel genomen, met uw leven?” Die vraag blijkt ook nog eens internationaal ingeburgerd, zowel bij landelijk statistische bureaus als in wetenschappelijk onderzoek.
Maar het blijkt niet zomaar een vraag. Anders dan bij de meeste enquêtevragen zit er zowat een complete wetenschap achter: het interdisciplinaire onderzoek naar geluk vanuit economie, sociologie, psychologie, geneeskunde, et cetera. Daardoor weten we, zowel op individueel niveau als op macro-niveau (landen), in grote lijnen wat de oorzaken en gevolgen van geluk zijn.
Zo weten we dat de kwaliteit van de overheid een belangrijke positieve invloed heeft op geluk. Maar ook welvaart of een gelijke man-vrouw-verhouding. En we weten dat geluk op zijn beurt bijdraagt aan succes en gezondheid van mensen, aan hun maatschappelijke participatie en aan de eerlijkheid waarmee ze hun belastingformulier invullen.
Waarom die ene vraag?
Maar waarom zou je juist die ene vraag naar de tevredenheid met het leven als geheel moeten stellen? Kun je geluk niet op veel meer manieren meten? En hoe weet je dan wanneer je het échte geluk te pakken hebt?
Dat is een terechte vraag, waarvoor we ten dele de wetenschappers moeten vertrouwen. Er wordt al ongeveer vijftig jaar onderzoek naar geluk gedaan. In die periode zijn er talloze mogelijkheden om geluk te meten beproefd en gevalideerd, net zo gedegen als dat bij ander sociaal-wetenschappelijk onderzoek gebeurt. Door de bank genomen is de vraag naar levenstevredenheid daarbij naar voren gekomen, omdat deze (1) niet zozeer op een momentaan gevoel is gebaseerd, maar vraagt hoe mensen het leven als geheel ervaren; en daarmee (2) ook een duurzamer karakter heeft. Het antwoord zal over een week of een maand ongeveer gelijk uitvallen.
Toch wordt de vraag “Hoe gelukkig voelt u zich nu?” ook vaak gesteld. Deze verandert door de dag heen en wordt vooral gebruikt bij onderzoek naar tijdsbesteding. In de file voelen mensen zich minder gelukkig dan wanneer ze thuis gezellig aan de maaltijd zitten. Maar hun levenstevredenheid blijft gelijk.
Je kunt het nog anders zeggen. De vraag naar levenstevredenheid meet iets dat ‘dieper’ en duurzamer is dan een gevoel. Gevoelens veranderen regelmatig. Levenstevredenheid meet iets dat ‘dieper’ is en langer duurt dan stemming. Hoewel we geluk dus ervaren via onze stemming en gevoelens, is het iets anders. Je zou zeggen dat geluk een positief gevoel of een positieve stemming teweegbrengt. Die invloed tussen gevoelens en geluk is wel wederzijds. Wie regelmatig positieve gevoelens ervaart, voedt daarmee ook het geluk. Er is nog een andere manier om te zien dat geluk geen oppervlakkig fenomeen is. Dan moeten we naar de cijfers kijken. Geluk – gemeten als levenstevredenheid – blijkt in een langere levensduur (van circa twee jaar) te kunnen resulteren.
Geluk en overheden
Rechtstreeks op geluk sturen door de (lokale) overheid heeft weinig zin. Bovendien is geluk voor een groot deel een kwestie van individuele keuzes, en niet overwegend van overheidsverantwoordelijkheid. Wat wél kan, is de oorzaken van geluk positief beïnvloeden, mits:
- we die (leren) kennen;
- ze binnen de reikwijdte vallen van de (lokale) overheid.
Over het algemeen weten we vooral veel over verschillen in geluk tussen landen en over individuele training in geluk. Geluk op het niveau van gemeenten is in onderzoek tot nu toe relatief onderbelicht. Juist om dit beter te leren begrijpen, is het waardevol om cijfers over geluk én afgeleide waarden te verzamelen (gezondheid, zelfregie, samenredzaamheid, participatie, sociaal vertrouwen, et cetera). Zo kunnen we in eerste instantie belangrijke correlaties opsporen en gaandeweg nagaan in hoeverre het een het ander beïnvloedt. Op basis hiervan zal een gemeentebestuur in de loop der tijd steeds gerichter en effectiever het geluk van inwoners kunnen bevorderen. Daarbij kunnen we ook veel leren van vergelijking tussen gemeenten.
Een interessante optie om de publieke discussie in de gemeente aan te moedigen, kan het ontwikkelen van een lokaal dashboard zijn op bijvoorbeeld Waarstaatjegemeente.nl. Zo’n dashboard bevat geluk, en eventueel andere ‘hogere rangorde doelen’, met de daaraan gecorreleerde indicatoren. Zo kunnen de inwoners de resultaten van het gemeentelijk bestuur monitoren, net zoals bestuurders en raadsleden dat kunnen doen.
Kandidaat-indicatoren voor zo’n dashboard zijn:
- geluk en eventueel aanverwante indicatoren (angst, gevoel van zinvolheid);
- (hypothetisch) belangrijke invloeden op geluk, zoals werkgelegenheid, groenvoorziening, vertrouwen in gemeente;
- andere indicatoren die als belangrijk worden ervaren, zoals duurzaamheid of preventie van veiligheidsrisico’s.
Het gaat om focus
Door de bank genomen hoeft voor zo’n dashboard zelden nieuwe informatie te worden verzameld. Er is veel dat allang wordt gemeten. Zoveel zelfs, dat het soms moeilijk is het overzicht te bewaren. Daarmee komen we bij de titel van dit verhaal. De kracht van een dashboard is vooral het vasthouden van focus door geluk er in centraal te stellen, maar wel met een wijde blik voor andere (samenhangende én onafhankelijke) indicatoren.
Over de auteur: Mark Gremmen houdt zich binnen KING onder meer bezig met de Burgerpeiling van Waarstaatjegemeente.nl
Geef een reactie