Is het einde van de huidige vorm van democratie in zicht? In een tijd dat nog maar een fractie van de bevolking lid is van een politieke partij, opkomstpercentages bij verkiezingen regelmatig onder de 50% duiken en het vertrouwen in politici tot ver onder het toelaatbare is weggezakt, lijkt dit een gerechtvaardigde vraag.
-COLUMN-
De kloof tussen politiek en samenleving lijkt enorm. Een fors gedeelte van de bevolking maakt geen gebruik van het kiesrecht. Degenen die dat wel doen veranderen steeds vaker van keuze. De zwevende kiezer die op het laatste moment een keuze maakt valt steeds vaker ten prooi aan de politieke marketinggoeroe’s.
Ons democratische systeem, gebaseerd op vertrouwen in onze volksvertegenwoordiging, wankelt juist door het steeds verder wegzakken van dat vertrouwen. Een onderwerp dat besproken wordt door journalisten, trendwatchers, ondernemers, burgers en nog vele anderen. De enigen die zich hier niet echt druk om te lijken maken zijn de politici zelf. In een interview, opgenomen in het boek “Waarom gemeenten niet naar burgers luisteren” duidt Jacques Wallage als voorzitter van de Raad voor het Openbaar Bestuur de situatie kernachtig: “Het systeem is doodziek, maar de hoofdrolspelers voelen zich kiplekker”
Terwijl de samenleving in hoog tempo verandert, lijkt het politieke systeem nog maar mondjesmaat mee te bewegen. Terwijl de tijdsgeest bijna schreeuwt om samenwerking en co-creatie, lijken de muren van de gemeentehuizen nog altijd vestigingswallen die de boze wereld buiten moet houden. Individuen die dat willen doorbreken krijgen snel kritiek over zich heen. Zoals Jan Pieter Lokker, in zijn tijd als waarnemend burgemeester van Noordwijk. Toen hij een voorstel deed om een platform voor burgers in te richten dat de raad moest gaan adviseren, kreeg hij de volle lading over zich heen. Argumenten als ‘extra bestuurslaag’, ‘zagen aan de poten van de democratie’ et cetera waren niet van de lucht.
Of Jeroen Hatenboer, wethouder in Enschede, die net na zijn aanstelling besloot om een hoofdpijndossier aan te pakken. Hij belde de desbetreffende ondernemer met de vraag of hij een keer op zaterdag op de koffie mocht komen om over de kwestie te praten. Intern leverde dat onrust en weerstand op. Blijkbaar is de angst voor verandering groter dan de realiteitszin dat het zo niet langer kan. Zorgwekkend.
Alvin Toffler, een Amerikaanse psycholoog, heeft de snelheid waarmee een partij met verandering omgaat vertaald in een metafoor van autosnelheden. Zo geeft hij aan dat bedrijfsleven dat met maar liefst 160 km/u doet. Op de voet gevolgd door gezinnen, die met 140 km/u over de snelweg van de verandering razen. Politici doen dat aanzienlijk langzamer, namelijk met 40 km/u. Op een snelweg een levensbedreigende snelheid, maar ze komen in ieder geval nog vooruit. Ronduit bedenkelijk is de snelheid van het politieke systeem: slechts 5 km/u! Een wandelaar op de snelweg…..
In deze metafoor doorgeredeneerd, moet je als ondernemer dus vol in de remmen om bij zo’n wandelend politiek systeem iets gedaan te krijgen. Natuurlijk levert dat ergernis en frustratie op. De roep om het hele systeem te veranderen, om de snelheid naar een acceptabel niveau te verhogen, wordt steeds luider. Overal in het land ontstaan burgerinitiatieven, platforms, jury’s, G1000-trajecten et cetera. Maar nog altijd lijkt het politieke systeem gevangen in een onmachtige houding. Het lijkt wel op dat prachtige gebouw in een wijk, dat steeds meer omgeven wordt door nieuwbouw. Aanvankelijk lijkt die nieuwbouw niet bij dat oude gebouw te passen, maar op een gegeven moment is het andersom.
Allerlei onderzoeken hebben aangetoond dat een participerende houding van gemeenten op allerlei gebieden winst oplevert. Besparingen van tientallen procenten, duidelijke verhoging van arbeidsvreugde van ambtenaren en een sterke verbetering van het imago. De cruciale vraag is dus: waarom gebeurt het dan nog zo weinig?
Professor Monique Leyenaar, lid van de Nationale Kiesraad en de Raad voor Openbaar Bestuur, is daar klip en klaar over: “zonder externe schok zal het systeem niet veranderen”
Zo veranderde New York (even) na 9/11 in een stad vol empathische en zorgzame burgers. En Roombeek na de vuurwerkramp in een wijk waar hechte gemeenschapszin ontstond.
Onze visie is dat het ook kan zonder heftige ontwikkelingen. Als je een mammoettanker van koers wil laten wijzigen, moet je met kleine bewegingen werken en veel geduld hebben. Maar een extra hulpmiddel, een boegschroef, kan dat proces wel aanzienlijk versnellen. Dan verander je niet alleen de koers door de stand van het roer te wijzigen, maar ook door de boeg de juiste richting in te drukken.
Als gemeenten hun wijze van besturen daadwerkelijk willen aanpassen aan de eisen van de huidige tijd, valt het aan te bevelen dat er niet alleen een andere richting wordt gekozen, maar ook dat er extra hulpmiddelen worden ingezet die dit proces positief beïnvloeden.
Rob Janssen en Paulus Blom zijn de auteurs van het boek “Waarom gemeenten niet naar burgers luisteren“. Het boek is gisteren gepresenteerd aan minister Ronald Plasterk. Bestellen kan via deze link naar de webshop
D.R. van van Ee says
Het begon ermee dat overheden vaak een jargon hebben waar de burgers geen raad mee weten. Ik begrijp ook wel dat laag-geletterden daar met name moeite mee hebben.
Mijn wedervraag is dan naar wie luisteren de gemeenten niet? Naar de burgers kan dan een antwoord zijn. Maar "de burger"bestaat niet, omdat iedere burger op de plek waar hji leeft en woont een recht heeft op leefomgeving. De grenzen van het recht van de een liggen bij de ander – zei de filosoof Kant eens. De taak van de overheid is steeds een juiste belangenafweging te zien voor doelstellingen op korte en lange termijn en op lokaal, regionaal, landelijk en internationaal niveau. Dat is de continue spanning en van bjurgers mag begrip verwacht worden dat dat niet altijd soepel gaat. De overheden worden inmmers uit belastinngelden betaald om alle genoemde doelstellingen zo goed als mogelijk na te jagen. Misschien is het een idee om hierin interactieve cursussen te organiseren voor particperende burgers. Voor hen komt dan nog beter in beled wat reele verwachtingen over partcipatie kunnen zijn.
H.H Hendrikson says
Interactie met burgers en bedrijven leidt vaak tot meer begrip en daarmee ook tot betere en snellere resultaten.
Bovenstaand voorbeeld van WMO-consulenten toont dit m.i.duidelijk aan!
http://www.gemeentesteedsbeter.nl
S.J.G. van der Linden says
Waarom gemeenten niet luisteren is niet zo moeilijk. Gemeenten zijn voor hun voortbestaan en continuiteit niet afhankelijk van de burgers. Zolang er wetten zijn die het bestaan van gemeenten realiseren, zijn de burgers niet van belang. Maar je ziet wel dat individuele ambtenaren (b.v. wmo-consulenten) wel naar de burgers luisteren. Tot ze tegen een wet aanlopen die klantgedreven handelen onmogelijk maakt. Processen lijken dan belangrijker dat de resultaten die beoogd worden.
GLM Bots says
gemeenten luisteren niet, politici luisteren niet (niet eens naar hun eigen besturen of ledenraden), de regering luistert niet, en als de lokale politici eens een goed besluit nemen voeren de ambtenaren het niet uit want het is niet naar hun zin….. en als een politicus het niet eens is met een democratisch besluit, stapt hij toch gewoon naar de Hoge Raad….
Allemaal individuetjes die geen van allen echt de belangen van de bevolking op het netvlies hebben. Tsja….
w bertels says
Ik word zo moe van dit soort betweterig geklaag. Journalisten, wetenschappers en adviseurs zouden eens een paar dagen mee moeten lopen met wmo-consulenten van gemeenten. Dan ervaren ze hoe intensief ‘gemeenten’ naar burgers luisteren. De eerlijkheid gebiedt wel daaraan toe te voegen dat allerlei systeemeisen hun handelingsvrijheid niet altijd bevorderen.
PV Vreeke says
<em>’Natuurlijk levert dat ergernis en frustratie op’ en ‘zonder externe schok zal het systeem niet veranderen’.</em> Moeten we daar dan speciaal op wachten? Voorkomen is toch altijd nog beter dan genezen. Er zijn al teveel voorbeelden bekend. Hoeveel moete er nog volgen?