Uit onderzoek blijkt dat gemeenten nauwelijks specifiek beleid hebben om afgedankt textiel in te zamelen. Terwijl goed beleid tot meer inzameling kan leiden.
Bovendien is het milieu erbij gebaat en vinden inwoners het belangrijk om een bijdrage te leveren aan de maatschappij. “Verbranden via het restafval past niet in dit plaatje”, zegt staatssecretaris Joop Atsma van Infrastructuur en Milieu. De resultaten van het onderzoek zijn gebundeld in de nieuwe brochure ‘Textielinzameling op de kaart’, een handleiding voor gemeenten.
Veel inwoners weten niet dat de kleding die ze in de grijze afvalcontainer gooien, in de verbrandingsoven verdwijnt. Het gaat om maar liefst 135 miljoen kilo per jaar, 10.000 vrachtauto’s vol. Hiervan is 65 procent nog bruikbaar, mits het op de juiste manier gescheiden zou zijn.
“Inwoners hebben onvoldoende informatie over wat wel en niet ingeleverd mag worden. Daarover is betere communicatie nodig”, aldus Atsma. De staatssecretaris adviseert gemeenten om nauwer samen te werken met textielinzamelaars, zodat de opbrengst van textielinzameling verbetert. Bovendien roept hij gemeenten op een bijdrage te leveren aan het realiseren van de landelijke doelstelling: 65 procent van het huishoudelijk afval recyclen in 2015 (nu 50 procent).
Ketenoverleg
De brochure is een product van het ketenoverleg verduurzaming mode en textiel. Hierin nemen vertegenwoordigers van de textielretail, de textielinzamelaars en –sorteerders, de overheid en gemeentelijke afvalverwerkers deel. Het ketenoverleg wil verdere uitwisseling van ervaringen en kennisoverdracht stimuleren. De onderzoeken zijn gedaan door TNS Nipo (consumentengedrag) en door Leger des Heils ReShare (inzamelingsbeleid gemeenten). Agentschap NL is secretaris van het ketenoverleg.
Geef een reactie