Een kwart van de jongeren die in de eerste helft van dit jaar een beroep deden op jeugdhulp werd doorverwezen door de gemeente.
Dat is meer dan in dezelfde periode vorig jaar, toen ging het nog maar om 12 procent van de verwijzingen. In 41 procent van de gevallen is het de huisarts die een patiënt doorverwijst. Dat meldt het CBS.
Sinds 1 januari vorig jaar valt jeugdhulp onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. De verwijzingen komen van de politie, gemeentelijke wijk- en buurtteams of de school.
Gedragsproblemen
In totaal 287.000 mensen deden in de eerste zes maanden een beroep op jeugdhulp, ongeveer evenveel als in de eerste helft van 2015. Dat komt neer op 6,5 procent van de jongeren onder de 23 jaar. Het gaat om hulp bij gedragsproblemen, psychische nood, een verstandelijke beperking of om ouders die grote moeite hebben met de opvoeding. In zo’n 13.000 andere gevallen werd geen hulp ‘in natura’ verleend, maar was uitsluitend sprake van financiële jeugdhulp via het persoonsgebonden budget (pgb).
Gericht op begeleiding
Hoewel gemeenten in 2016 vaker als verwijzer optraden dan in 2015, zijn zij niet vaker de hulpverlener. Wijk- of buurtteams van gemeenten verleenden in de eerste zes maanden van 2016 net zo vaak jeugdhulp als in de eerste helft van 2015.
De jeugdhulp die wijk- of buurtteams uitvoeren, is veel meer dan andere hulpvormen gericht op de begeleiding van jongeren en veel minder op behandeling. Behandeling heeft tot doel om een probleem op te lossen of hiermee te leren omgaan, begeleiding richt zich meer op het ondersteunen bij het dagelijks leven.
Geef een reactie