Raadsleden hebben voldoende goede instrumenten, alleen lijken ze niet te begrijpen wat ze ermee mogen en kunnen.
Afgelopen najaar bestudeerde ik, samen met Klaartje Peters en Marcel van Dam, de werking van de vele informatie instrumenten die de raad sinds de invoering van het dualisme ter beschikking staan. Met die instrumenten zelf – denk aan het recht tot het stellen van vragen of het doen van onderzoek – is weinig mis.
Alleen, al die instrumenten werken alleen als iedereen weet wat hij er mee mag en kan. En daar zit wel een achilleshiel. Niet iedereen overziet dat, of houdt zich er aan. Dat gebeurt soms door onwetendheid, maar lang niet altijd.
De essentie van politiek bedrijven is immers gelijk krijgen, zelfs al heb je geen gelijk. Het kan daarom heel opportuun zijn om afspraken te negeren, als je daarmee je politieke gelijk haalt.
In de dagelijkse politiek worden deze instrumenten zowel geregeld misbruikt als onschadelijk gemaakt. De meerderheid in de raad frustreert dan het recht dat oppositiepartijen hebben tot het stellen van vragen. Het College van B&W geeft nietszeggende antwoorden, zonder dat de raad er zich druk over maakt. Ambtenaren gaan anders met raadsleden van oppositiepartijen om dan met die van de coalitie. Tegelijkertijd zijn er ook raadsleden, veelal van oppositiepartijen, die evenzeer de mogelijkheden misbruiken, door maar vragen te blijven stellen, door zich met alles te bemoeien, gewoon ‘omdat het kan’.
Het dualisme, op papier is het een mooi systeem. Maar je hebt er wel een gezelschap professionele acteurs voor nodig om het laten werken en laten leven. Helaas wordt het spel meestal ingevuld door de goedwillende amateurs van de plaatselijke toneelvereniging ‘Tot ons Genoegen’. En dan is het toch geen pretje om het stuk te moeten aanschouwen.
Kees van Oosten says
De wet op dualisering (2002) was ervoor bedoeld de controlerende functie van de gemeenteraad te versterken. Bij raadsfracties die een coalitie aangaan om samen een college te vormen komt er van die controlerende functie niet veel terecht, ze voelen zich vooral geroepen het college en hun eigen wethouder tegen kritiek te beschermen. Dat leidt ertoe dat er geen redelijke discussie in de raad meer mogelijk is en dat coalitie-raadsleden zich afsluiten voor informatie die hen ertoe zou moeten brengen zich kritisch op te stellen naar het college toe. Instrumenten genoeg, maar persoonlijke en politieke motieven gaan boven de roeping om te controleren.