Je hoort tegenwoordig steeds vaker dat de macht van de gemeenteraad verder afneemt, als gevolg van de decentralisaties in het sociale domein. De algehele complexiteit van de 3D-operatie en het groeiend aantal regionale arrangementen zouden daar debet aan zijn. Maar deze constatering is onjuist.
De invloed van de raad op de decentralisaties is vooral afhankelijk van de vraag hoe gemeenteraadsleden omgaan met de ontwikkeling van nieuw en complex beleid. De drie kernvragen die beantwoord dienen te worden zijn: hoe borgen we dat de benodigde zorg voor de inwoners gecontinueerd wordt? Hoe borgen we dat er geen grove financiële misrekeningen plaatsvinden? En hoe borgen we dat de gewenste ruimte voor maatwerk en innovatie de komende jaren kan worden gemaakt en benut?
Beleid ontwikkelen
Een verstandige raad stelt rond deze vragen zijn strategische kaders op en controleert straks de uitwerking ervan. Om succesvol te kunnen zijn in de nieuwe context zal de overheid het beleid lerend moeten ontwikkelen. Hierbij past niet een raad die controleert op basis van wantrouwen, maar op basis van ruimte. En de raad dient de gemaakte ruimte niet direct weer dicht te maken na een op zich zelf staand incident.
Invloed
De raad kan verder een zeer positieve invloed hebben op het slagen van de operatie wanneer ze er scherp op is dat de gemeente-specifieke belangen bij regionale afspraken geborgd blijven en ze inhoudelijk bijdraagt aan de discussie hoe de vormgeving van de zorg het beste kan aansluiten bij de karakteristieken en wensen van de eigen gemeente.
Meer lezen over hoe de raad zijn invloed op peil kan houden? Neem een voordelig introductieabonnement op Sociaal Bestek >>
Geef een reactie