Volgens minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken leidt het vervallen van de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming niet tot grote problemen. Een permanente wet voor lokale overheden om digitaal te kunnen vergaderen is in de maak. Bruins Slot benadrukt in antwoord op Kamervragen dat, als de coronasituatie erom vraagt, opnieuw zo spoedig mogelijk een tijdelijke wet de leemte kan opvullen.
De Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming werd in april 2020 in het leven geroepen, als wettelijke basis voor online raadsvergaderingen. Vanwege de coronamaatregelen konden raadsvergaderingen destijds niet fysiek plaatsvinden. De tijdelijke wet gold aanvankelijk tot 1 september 2020 en is daarna meerdere malen verlengd, tot 1 juli 2022.
Niet meer toegestaan
Omdat de coronasituatie is veranderd, zag onder meer de Eerste Kamer geen reden om de tijdelijke wet te laten voortduren. Dat betekent dat sinds 1 juli digitaal vergaderen niet meer wettelijk is toegestaan voor gemeenteraden. De minister van Binnenlandse Zaken (BZK) Bruins Slot wil dit evenwel weer mogelijk maken. Ze werkt aan een permanente regeling voor digitale beraadslaging en besluitvorming door gemeenteraden. Maar het wetsvoorstel gaat waarschijnlijk pas in de eerste maanden van 2023 naar de Kamer.
Zorgen
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) had liever gezien dat de mogelijkheid om digitaal te vergaderen in stand bleef tot er een permanente regeling is. ‘De beroeps- en belangenverenigingen benadrukken het belang van beschikbaarheid van een voorziening voor digitaal vergaderen als dit najaar de besmettingscijfers weer zouden toenemen,’ schrijft Bruins Slot in antwoord op Kamervragen.
‘Ik begrijp hun zorgen,’ vervolgt de minister. ‘Indien de gezondheidssituatie daarom vraagt, zal een nieuwe tijdelijke wet in procedure worden gebracht, zodat volksvertegenwoordigingen op een veilige wijze digitaal kunnen vergaderen.’
Thuisquarantaine
De bewindsvrouw schrijft dat er geen grote problemen als gevolg van het vervallen van de tijdelijke wet zijn. Dat baseert zij op contacten met de Vereniging van Griffiers (VvG) en de VNG. In slechts een paar gevallen hebben raadsleden niet aan vergaderingen kunnen deelnemen door thuisquarantaine. Een kanttekening hierbij is natuurlijk dat raden tijdens het zomerreces in principe niet vergaderen.
Wel meldt de VvG dat gemeenten bij de laatste vergaderingen voor het reces tegen problemen aanliepen. In De Bilt bijvoorbeeld waren meerdere raadsleden en wethouders positief getest, terwijl de Kadernota moest worden vastgesteld. ‘Van de enkele gevallen die mij gemeld zijn, hebben de lokale besturen oplossingen gezocht binnen het huidige wettelijke kader,’ aldus Bruins Slot.
Wet digitaal vergaderen
Ze wijst in haar brief op de komst van de Wet digitaal vergaderen decentrale overheden. ‘Die creëert een structurele wettelijke voorziening om digitaal te vergaderen, buiten de situatie dat fysieke samenkomst wegens Covid-19 of soortgelijke situaties wordt afgeraden.’ Het wetsvoorstel ligt momenteel bij de Raad van State voor advisering, waarna het aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.
Kiezen
Als het wetsvoorstel in werking treedt, kunnen gemeenteraden kiezen tussen fysiek of digitaal vergaderen. Digitaal blijft daarbij uitgesloten voor geheime, besloten vergaderingen en wanneer een politieke ambtsdrager een eed of belofte aflegt. Ook de benoemingsprocedure van de burgemeester mag niet online plaatsvinden. ‘Hybride’ vergaderen, waarbij raadsleden zowel fysiek als digitaal op een gelijkwaardige wijze mee kunnen doen, is mogelijk binnen het voorstel.
Fysiek de norm
Niet alle betrokken partijen zijn enthousiast over de permanente plannen. Zowel de Raad voor het Openbaar Bestuur als de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden pleiten ervoor dat fysiek vergaderen de norm wordt. ‘Wanneer het gaat om gesprek, discussie of debat heeft het digitale vergaderen namelijk een nadelige invloed op de kwaliteit daarvan. Digitaal vergaderen is met name geschikt voor bijeenkomsten met een informerend karakter,’ menen ze.
Dit standpunt komt ook naar voren in reacties op de consultatie. ‘Tijdens een vergadering in een zaal kunnen raadsleden beter inspelen op wat er ter tafel wordt gebracht. Ook lichaamstaal is hierbij belangrijk, die geeft de mogelijkheid tot meer interactie. Vanaf een stoel achter je bureau thuis vergaderen mist de mogelijkheid om beter in te zoomen op de dagelijkse stand van zaken ten aanzien van nota’s en voorstellen die ter tafel worden gebracht.’
Alleen in crisis
De raadsledenvereniging stelt dat veel gemeenteraadsleden alleen voor digitaal vergaderen zijn in tijden van crisis of bijzondere omstandigheden. ‘Wij willen dan ook benadrukken dat in de nieuwe permanente wetgeving alleen in die gevallen digitaal vergaderen mogelijk gemaakt moet worden,’ aldus voorzitter Bahreddine Belhaj.
Een bestuurder schrijft in reactie op de consultatie dat hij tijdens de coronaperiode heeft ervaren dat bestuurders op afstand staan in een digitale vergadersetting. ‘Juist met een rijksoverheid die stelt dat de kloof tussen burger en bestuur verkleind moet worden zou ik deze wetgeving ten sterkste afraden. Het enige pluspunt van hybride vergaderen is om inspraak van burgers – als zij dat zelf willen – wel via digitale verbinding toe te staan.
‘Dat zou wat mij betreft de enige uitzondering moeten zijn. De ervaring heeft namelijk geleerd dat die optie ervoor zorgt dat meer mensen de politieke huizen durven en kunnen vinden.’
Openbaar
Het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) reageerde in een brief op de consultatie. Volgens het NJCM schuurt de wet met de grondwettelijke regel dat de vergaderingen van gemeenteraden openbaar zijn. Dit omdat het technisch niet altijd goed gaat en de vergadering niet altijd live te volgen is voor iedereen.
Het NJCM verzoekt onder meer de digitale middelen en voorzieningen laagdrempelig in te richten, zodat alle burgers ‘gemakkelijk, veilig en ongestoord’ de vergaderingen kunnen bijwonen. ‘Met klem wijzen we erop dat nimmer beperkte digitale vaardigheden of audiovisuele beperkingen een barrière mogen vormen voor deelname aan het democratisch proces.’
Geef een reactie