Bij de komende gemeenteraadsverkiezingen wordt weer een experiment gedaan met het anders tellen van de stemmen. Dat gebeurt in 22 gemeenten. Zodra de stembureaus dicht zijn, tellen de medewerkers van de kieslokalen alleen de stemmen per partij en nog niet per kandidaat. Dat leidt tot een voorlopige uitslag, die op de verkiezingsavond bekend wordt gemaakt.
Een dag later telt een andere ploeg, met frisse blik en in alle rust, hoeveel stemmen elke kandidaat heeft gekregen. Dan weten de kandidaat-raadsleden of ze zelf genoeg voorkeursstemmen hebben ontvangen om verkozen te worden. Dat tellen gebeurt op een centrale locatie, bijvoorbeeld een stadhuis. ‘Centraal tellen’, heet het experiment van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Onder de 22 gemeenten die meedoen met de proef, zijn Rotterdam, Enschede, Nijmegen, Heerlen, Assen en Deventer.
De proef moet duidelijk maken of het efficiënter en betrouwbaarder is om eerst alleen de stemmen per partij te tellen. Er is al mee geëxperimenteerd bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2014.
Het is nu nog gebruikelijk dat de leden van elk stembureau alle stemmen tellen die in een bureau zijn uitgebracht. Zij kijken niet alleen hoeveel stemmen een partij heeft gekregen, maar ook naar elke kandidaat. Die resultaten worden doorgegeven aan een centraal stembureau van de gemeente, waar ze bij elkaar worden opgeteld voor de lokale uitslag. De kleinste gemeenten van het land, zoals Schiermonnikoog, kunnen de uitslag al binnen een uur klaar hebben. Maar in sommige steden kan het tellen de hele nacht duren.
De gemeenteraadsverkiezingen zijn op 21 maart. De stembureaus sluiten om 21.00 uur.
Geef een reactie