Nadat van 331 gemeenten de stemmen zijn geteld, dat is 99,4 procent, blijkt dat slechts 50,4 procent van de kiesgerechtigden naar de stembus is gekomen. In 2018, bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen, ging 54,1 procent stemmen. De opkomst bij de raadsverkiezingen is nog nooit zo laag geweest.
Dat komt naar voren uit gegevens van de Verkiezingsdienst van het ANP. In Rotterdam gingen relatief de minste mensen naar de stembus voor de gemeenteraadsverkiezingen: 38,9 procent van de mensen die hun stem mochten uitbrengen. Ook in Roosendaal, Almere en Tilburg ging minder dan 40 procent naar de stembus. Vooral in dichtbevolkte gemeenten en grote steden werd een stuk minder gestemd dan vier jaar geleden.
Ook in plattelandsgemeenten brachten minder kiezers hun stem uit dan in 2018. Wel ligt de opkomst hier een stuk hoger dan in steden. Gemiddeld ging hier zo’n 57 procent van de inwoners naar de stembus. Vier jaar terug was dit zo’n 58 procent.
Op Schiermonnikoog brachten relatief de meeste mensen hun stem uit: 80,2 procent. Rozendaal (80), Staphorst (75,4) en Urk (75,2) volgen. In 28 gemeenten brachten meer mensen hun stem uit dan vier jaar geleden.
Daling
In 294 gemeenten daalde de opkomst. In Lelystad, Waddinxveen en Brunssum bleven in vergelijking met 2018 de meeste mensen weg. In Lelystad daalde de opkomst van 51 procent in 2018 naar 41 procent nu.
In 1994 nam nog 65 procent van de kiesgerechtigden de moeite om lokaal te stemmen. Bij de laatste drie raadsverkiezingen, sinds 2010, kwam het percentage niet boven de 55 procent. Nu met 50,4 procent bereikt de opkomst een dieptepunt.
Te vroeg
Het is nog te vroeg om te zeggen wat de reden is voor de lage opkomst van dit jaar, zegt minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken. ‘Voor ons is het in de analyse heel belangrijk om te kijken: wat zijn de oorzaken van de lage opkomst.’ Voor de tweede keer waren de verkiezingen wegens corona verspreid over meerdere dagen. ‘Het beeld tot nu toe is dat de verkiezingen goed zijn verlopen, in elk geval op heel veel plekken’.
Door corona hebben veel gemeenten ‘nog best veel moeite moeten doen in de laatste fase om ervoor te zorgen dat er voldoende vrijwilligers waren op de stembureaus’. Er was veel uitval door corona en het is volgens Bruins Slot ‘bijzonder om te zien hoe gemeenten erin geslaagd zijn dat te doen‘. Ze noemt het verder ‘geweldig’ dat tienduizenden vrijwilligers de stembureaus de afgelopen dagen hebben bemenst om ervoor te zorgen dat iedereen kan stemmen.
Wantrouwen
SP-leider Lilian Marijnissen maakt zich grote zorgen over de lage opkomst. ‘Het wantrouwen in de politiek zit heel diep’ zei ze tegen de NOS. ‘Er zijn vergeten buurten in Nederland. We moeten niet wegkijken van de reële problemen van mensen. Misschien hebben we dat te lang gedaan. Nu ging de campagne vanwege de oorlog in Oekraïne over ‘de wereld en weinig over de buurt,’ aldus Marijnissen.
Kleinste stembureau
Het kleinste stembureau van Nederland heeft wel weer een opkomst van meer dan 100 procent behaald. Er kwamen zestig mensen langs in de woonkamer van Wim Westhoff in het Overijsselse Marle. Voor de 100 procent moesten er ongeveer vijftig mensen stemmen in dit stembureau. Het zou vanwege de coronamaatregelen eerst uitwijken naar de schuur, maar door het schrappen van de 1,5 metermaatregel kon er op het laatste moment toch als vanouds weer gestemd worden in de woonkamer.
Lokalen groeien weer
Lokale partijen zijn opnieuw veruit de grootste geworden bij de gemeenteraadsverkiezingen. Na het tellen van 98,5 procent van de stemmen komen de lokalen uit op 36,4 procent van de stemmen, blijkt uit voorlopige uitslagen van de Verkiezingsdienst van het ANP. Omgerekend zijn dat al 3398 van de in totaal 8237 raadszetels die nu zijn te verdelen over 333 gemeenten.
Grote winnaars
Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 waren de lokalen ook de grote winnaars, met ongeveer een derde van de stemmen. In ongeveer driekwart van de gemeenten regeerde de afgelopen tijd een partij die niet op landelijk niveau meedoet. Al bijna twee decennia groeit het percentage stemmers op lokale partijen. Ook in grote steden als Rotterdam en Den Haag won een lokale partij.
Landelijk
Bij de landelijke partijen lijkt de VVD weer de grootste te worden. Maar de partij verliest wel. Zoals verwacht verliest het CDA ook, maar veel minder dan vooraf verwacht. Ook is er verlies voor de SP. De meeste landelijke partijen blijven redelijk stabiel. Een kleine winst tekent zich af voor de PvdA, de Partij voor de Dieren, FVD, SGP, BIJ1, Volt, JA21 en Belang van Nederland van Wybren Haga. Een verlies is in zicht voor de PVV, GroenLinks, ChristenUnie, 50PLUS. DENK blijft gelijk.
Geef een reactie