Veel gemeenten willen investeren in projecten met een algemeen belang. Maar oh wacht, is dat geen verboden staatssteun? Een goede vraag, maar met de juiste kennis van zaken blijkt er veel mogelijk.
Paprika’s, komkommers, tomaten, het Westland staat erom bekend als grootleverancier. Een industrie die veel, heel veel energie slurpt. Vooral gas, tot nu toe. Maar daar moeten we, zoals bekend, met z’n allen vanaf. ‘Aardwarmte is hiervoor een goed alternatief,’ zegt juridisch adviseur Jeroen Straver van de gemeente Westland. ‘Maar dat zijn kapitaalintensieve projecten met grote risico’s.’
Risico’s afdekken
Waarover hebben we het dan precies? ‘Zo’n 15 miljoen euro per project, waarop vijf tot zeven glastuinbouwbedrijven zijn aangesloten.’ Dat is aanzienlijk duurder dan de conventionele methode, die ongeveer 1 miljoen euro kost. De gemeente gaat dat niet allemaal betalen – banken en ondernemers zijn bereid te financieren. ‘Maar er zijn risico’s die afgedekt moeten worden, zoals die van mislukte boringen, waarvoor een subsidie van de gemeente behulpzaam is om deze projecten van de grond te krijgen,’ legt Straver uit.
Die subsidie kwam er en bedraagt tot dusver 2 miljoen euro. ‘Daarbij speelde echter wel de vraag op of dit geen verboden staatssteun is. Want de warmtemarkt is in principe een vrije markt, weliswaar met een beperkt aantal spelers, maar binnen dat speelveld is er bij een overheidsinvestering al snel sprake van staatssteun,’ aldus de jurist.
Wat is staatssteun?
‘Dat is echter niet het enige criterium,’ vult Willem Kluck, jurist bij de gemeente Rotterdam, aan. ‘Er geldt een aantal criteria waaraan cumulatief moet worden voldaan: alleen als ze allemaal van toepassing zijn, is er officieel sprake van staatssteun.’ Wat zijn die criteria? Europa decentraal, dat voor gemeenten fungeert als kenniscentrum op dit gebied, heeft ze op een rij gezet:
- De steun wordt verleend aan een onderneming die een economische activiteit verricht.
- De steun wordt door staatsmiddelen bekostigd, waaronder ook gemeentemiddelen vallen.
- Deze staatsmiddelen verschaffen een economisch voordeel dat niet via normale commerciële weg zou zijn verkregen (non-marktconformiteit).
- De maatregel is selectief: ze geldt voor één of enkele ondernemingen, een specifieke sector/regio.
- De maatregel vervalst de mededinging (in potentie) en (dreigt te) leiden tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer in de EU.
‘Als gemeente is het bij een steunaanvraag altijd verstandig dit rijtje langs te lopen,’ zegt Kluck. ‘In veel gevallen zal de conclusie zijn dat er géén sprake is van staatssteun, of dat het onder een bepaalde uitzonderingsregel valt. Maar een klein gedeelte van de aanvragen die bij ons binnenkomen, kwalificeert wel degelijk als zodanig.’
Juridisch mijnenveld
In het Westland kwamen ze dus tot de conclusie dat de beoogde subsidie zomaar als staatssteun zou kunnen worden gezien. ‘Daarbij speelt ook mee dat de landbouw een juridisch mijnenveld is in Europa, waarbij zaken wat moeilijker liggen dat in andere markten,’ aldus Straver. ‘Maar toen we de regelgeving gingen doorworstelen, ontdekten we dat er zeker wel mogelijkheden zijn.’
Algemene Groepsvrijstellingsverordening
De mogelijkheden zijn zelfs toegenomen. De Europese Commissie heeft de afgelopen jaren namelijk de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) herzien, met aanzienlijke versoepelingen tot gevolg. ‘Zo zijn er vereenvoudigde mogelijkheden voor hernieuwbare energie, en daarmee voor de subsidie in het Westland,’ zegt Straver. Inmiddels draaien in het glastuinbouwgebied zes projecten op aardwarmte, mede dankzij de gemeentelijke steun, en de ambitie is dit uit te breiden naar twintig.
De vrijstellingen kunnen relatief eenvoudig worden doorlopen. ‘Via het ministerie van Binnenlandse Zaken wordt een zogeheten kennisgeving bij Brussel ingediend. Vervolgens kun je aan de slag. Je moet van tevoren natuurlijk wel zorgen dat je alles goed op een rijtje hebt. Want als er achteraf toch iets niet goed is gegaan, dan moet de ondernemer de verkregen steun terugbetalen. Voor de gemeente is dat politiek en pr-technisch ook bepaald geen pretje,’ zegt Kluck.
Onderzoekslaboratorium Tilburg
In Tilburg hebben ze ook met dit bijltje gehakt. ‘Wij zijn al enkele jaren bezig met de renovatie van de Spoorzone, waarbij de vraag opkwam of er een onderzoekslaboratorium in een van de panden kon worden gevestigd. Daar zouden zowel commerciële partijen als de universiteit bij betrokken zijn. Een mooi project vonden wij, maar mede vanwege de ligging dichtbij België, zou het kunnen worden gezien als staatssteun,’ vertelt jurist Patrick van IJzendoorn van de Brabantse gemeente.
‘Het is immers niet ondenkbaar dat Belgische onderwijsinstellingen deze voorziening ook zouden willen ontwikkelen of dat Belgische ondernemers gebruik gaan maken van het onderzoekslaboratorium. Van zuiver lokale steun is dan geen sprake meer.’
‘Europa decentraal heeft in eerste instantie mijn conclusie getoetst dat er inderdaad sprake was van staatssteun,’ zegt Van IJzendoorn. ‘Dat deelden zij, maar ook mijn conclusie dat de steun voor fundamenteel onderzoek vrijgesteld is en via de kennisgevingsprocedure gemeld kon worden. Na administratieve verificatie door Europa decentraal is de kennisgeving naar BZK gegaan. Het ministerie heeft de kennisgeving geaccordeerd en aan de Europese Commissie voorgelegd. De Europese Commissie heeft de steunmaatregel goedgekeurd.’
‘Innovatiehub’ Rotterdam
Rotterdam heeft verschillende praktijkvoorbeelden, vertelt Kluck, waaronder een lening tegen gunstige voorwaarden voor het Amerikaanse bedrijf CIC. ‘Dat bedrijf heeft als doel startups bedrijfsruimte te bieden, en tegelijk ook de verbinding te maken tussen deze en andere startende bedrijven, én de koppeling met financiering en opdrachten. Zo’n innovatiehub leek ons goed voor de werkgelegenheid en het vestigingsklimaat in de stad,’ zegt Kluck.
CIC kreeg een lening tegen een gunstige rente, gunstiger dan de bank zou bieden. ‘Dat kon, want de AGVV biedt onder meer de mogelijkheid van steun aan innovatieclusters. Wel moet je daarbij aan bepaalde criteria voldoen, zoals transparantie, dat iedereen mag toetreden, en dat het slechts mag gaan om een bepaald percentage van de investeringen. Dat hebben we allemaal uitgezocht en toen was het vrij snel geregeld,’ zegt Kluck.
Nog weinig gemeenten
De kennisgevingsprocedure waar in het deze gevallen steeds om gaat, wint aan populariteit, rapporteerde Europa decentraal onlangs. Vorig jaar ging het om 227 van deze steunmaatregelen. Opvallend daarbij is dat verreweg de meeste kennisgevingen afkomstig zijn van provincies; gemeenten deden er, ondanks hun veel ruimere budgetten, ruim twintig.
Waarin zit hem dat verschil? De gemeentejuristen die Gemeente.nu sprak, zijn het erover eens dat bij veel lokale overheden nog de kennis ontbreekt. ‘Daardoor kan het zowel gebeuren dat men terugschrikt en er niet aan begint, of dat er juist steun doorheen glipt die eigenlijk gemeld had moeten worden,’ zegt Van IJzendoorn. ‘In Tilburg zijn we nu druk bezig dit structureel te borgen, dat zou eigenlijk elke gemeente moeten doen.’
Geef een reactie