Minister Plasterk heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over het programma sociaal domein. Hierin zijn gemeenten en Rijk samen verantwoordelijk voor oplossingen in de transformatie van het sociaal domein.
“Vier jaar na de decentralisatiebrief is de uitdaging voor gemeenten om weg te blijven van systeemoplossingen, en de mens centraal te blijven stellen bij het vinden van maatwerkoplossingen. Daarvoor is het noodzakelijk dat op de verschillende niveaus schotten tussen de voorzieningen worden doorbroken’, schrijft Plasterk in de brief over het programma sociaal domein. “Het is een taak van gemeenten en Rijk, samen met vele betrokken partners, om scherp te krijgen waardoor knelpunten in de uitvoering ontstaan en deze vervolgens op te lossen.”
In het gezamenlijke programma sociaal domein gaan Rijk en gemeenten samen met partners als cliënten, professionals, aanbieders en maatschappelijke organisaties op zoek naar de oplossingen voor de transformatie-opgaven. Wat gaat er goed en kan benut worden? En wat kan er beter? Op basis van een eerste gezamenlijke analyse wordt gestart met een aantal thema’s uit de uitvoeringspraktijk die domeinoverstijgend zijn en zowel op rijks- als op gemeenteniveau spelen.
Dag van het sociaal domein
Tijdens dit congres ga je aan de slag met ‘samenwerken’. Een dag waarin je actief op zoek gaat naar innovatieve en werkende vormen van samenwerken in het sociaal domein. Meer informatie >>
Samen verantwoordelijk
Gemeenten en Rijk zijn samen verantwoordelijk om van het programma een succes te maken. Voor elk nieuw thema wordt een duo gevormd vanuit gemeenten en het Rijk dat samen met het betrokken netwerk werkt aan oplossingen. De duo’s worden ondersteund door accountmanagers, leerkringen, casustafels en dergelijke. Om de gezamenlijke verantwoordelijkheid te benadrukken valt de regie over het programma vonder de al bestaande brede regietafel sociaal domein met de betrokken bewindspersonen en bestuurders van gemeenten.
Dwarskijker
Er wordt een onafhankelijke derde aangewezen die in de transformatie een vinger aan de pols moet houden, bevindingen bij gemeenten aan de orde stelt en het kabinet hierover rapporteert. De specifieke invulling van deze zogenoemde ‘dwarskijker’ wordt later bekend.
Geef een reactie