Door de banengroei in grote steden fungeren deze als banenmotor van de economie. Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in haar rapport ‘De verdeelde triomf’.
De economie in grote steden doet het goed, met een hoge productiviteit en concurrentie, ook op de arbeidsmarkt. Al deze factoren zorgen er mede voor dat de economie er meer floreert en de lonen er hoger liggen dan in andere gebieden. In Rotterdam, Den Haag en Amsterdam zijn de lonen soms tot tien procent hoger vergeleken met mensen in andere gebieden met dezelfde achtergrond. Dit staat in een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Amsterdam en Utrecht lopen voorop in de banengroei. Zowel hoogopgeleiden als lager opgeleiden profiteren hiervan. Steden worden steeds meer gezien als de motor van de economie aldus het PBL.
Verschil tussen arm en rijk wordt groter in stedelijke regio’s
Maar tegelijkertijd is de economische ongelijkheid in de Nederlandse steden toegenomen. Het verschil in beloning tussen de meest en minst verdienenden is de afgelopen jaren in de Nederlandse stadsgewesten met 3,5% gegroeid. Het sterkst is dit in de regio Amsterdam: daar nam het verschil in beloning met ruim 4% toe.
In internationaal vergelijkend perspectief is de stedelijk-economische ongelijkheid in Nederland overigens nog relatief klein; alleen in de Scandinavische landen is de ongelijkheid in lonen minder.
Werklozen profiteren niet van banengroei in steden
Maar niet iedereen profiteert van de banengroei, met name werklozen niet. De kans op een nieuwe baan is onder bijstandontvangers en laaggeschoolde WW-ers in stadsgewesten soms zelfs kleiner dan daarbuiten. De nieuwe banen worden vooral vervuld door nieuwe inwoners van de stad en door mensen van buiten de stad die (dagelijks) heen en weer pendelen.
Geef een reactie