Gemeenten besteden gemiddeld een derde deel van hun inkoopuitgaven aan het werkgebied van de civiele techniek. Het gaat om circa 300 euro per burgers, maar wordt dit geld wel goed besteed?
– OPINIE –
Wim Nieland
Grond-, weg- en waterbouw. Dat betekent onder meer het aanleggen en onderhouden van gebouwen, riolen, straten en verlichting. Maar ook groenvoorziening en afvalinzameling reken ik hier voor het gemak toe. Deze activiteiten worden namelijk bijna altijd door dezelfde afdelingen bestiert. Ze dragen namen als ‘beheer en onderhoud’ of ‘openbare ruimte’. Aannemers, afvalinzamelaars, hoveniers en steeds vaker werkvoorzieningsschappen voeren de werkzaamheden vervolgens uit.
Deze inkoopcategorie is jaarlijks goed voor gemiddeld driehonderd euro per burger. Vijf miljard voor heel Nederland. Samen met de WMO bepaalt de civiele techniek het merendeel van de lokale spend.
Het is geen nieuws dat de overheid – en gemeenten in het bijzonder – geld momenteel goed kunnen gebruiken. Lean-trajecten, besparingsprogramma’s en zelfs kerntakendiscussies worden niet geschuwd in de zoektocht naar ‘ombuigingsinitiatieven’. Alle registers gaan open. Op één na: dat van de GWW. Dat register blijft gesloten en dat verbaast me.
Black box
Er wordt ontzettend veel geld aan GWW-leveranciers uitgegeven. Eén procentje van een groot bedrag tikt dan toch aardig aan. Maar er zit veel meer in. Bij alle gemeenten die ik goed ken, is de afdeling die gaat over GWW te kenmerken als een black box. De manager die de sleutel van die black box heeft, weet de financiële mensen in zijn gemeente steevast het gevoel te geven dat GWW uiterst complex is maar dat hij met zijn club alles volledig onder controle heeft. De medewerkers van de black box zijn zeer kritisch bij aanbestedingen (doen alles op laagste prijs) en zitten bijna letterlijk óp de centen. Deze managers zijn nooit zij-instromers maar al tijden werkzaam in ‘het vak’. Ze genieten daarom veel vertrouwen. Ook van bestuurders. Maar inkopers zijn het niet…
De inkoopafdeling heeft tot haar ergernis slechts zelden grip op deze manager en zijn praktijken. Verklap ik een groot geheim als ik zeg dat deze bazen 10 procent van hun budget kunnen besparen door professionele aanbestedingsstrategieën te hanteren, beter contractmanagement te voeren en niet voor ieder wissewasje bij een ingenieursbureau aan te kloppen? Voor veel gemeentesecretarissen en portefeuillehouders kennelijk wel. Ze lijken daarbij wel op een zevenjarige die vermoedt dat Sinterklaas eigenlijk niet bestaat maar dat niet willen aannemen. Secretarissen geloven meestal niet dat hun GWW-uitgaven veel te hoog zijn: “Bij de buurgemeente misschien, maar niet bij ons!”.
Onderhoud
Nu moet je de kalkoen niet vragen wat er op het kerstmenu staat. Evenmin vraag je een manager Beheer en Onderhoud of hij z’n zaakjes goed op orde heeft. Maar herkent u de volgende kenmerken in uw gemeente?
- Ingenieursbureaus (die werken zonder mantelcontract) worden gevraagd bestekken op te stellen en (onderhandse) aanbestedingen uit te voeren en vinden voor ieder klein bestekje op uw kosten het wiel opnieuw uit.
- Er is geen contractenregister of aanbestedingskalender van GWW-contracten beschikbaar.
- Contracten worden nooit Europees aanbesteed (dat hoeft niet volgens de manager).
- Per (mini)project wordt een onderhandse aanbesteding georganiseerd.
- Er is gekozen voor een verdeel-en-heers strategie met een vaste groep bekende aannemers.
- Tarieven worden niet gebenchmarkt met andere gemeenten.
Als u drie of meer kenmerken herkende bij uw gemeente, dan heeft u bingo en wordt het tijd om jezelf af te vragen wat er aan de hand is en hoe je de volle bingokaart kunt verzilveren.
Eerder verschenen over het thema inkoop en aanbesteden >>
Wim Nieland is Directeur publiek bij adviesbureau Aeves.
Geef een reactie