De gemeente Zaanstad gaat het offensief tegen huiselijk geweld aan met behulp van informatiemanagement. Big data in de praktijk.
Huiselijk geweld is een probleem van alle tijden. Niet alleen voor de slachtoffers, maar ook voor de professionals die ermee te maken krijgen. Zoals politie, justitie en hulpverleners. Zij zien zich voortdurend met dezelfde vragen geconfronteerd: waar moeten we alert op zijn, wat zijn de belangrijke signalen? En hoe kunnen we preventief, en liefst op wijkniveau, huiselijk geweld aanpakken? Saskia de Man is strategisch adviseur Maatschappelijk Domein in Zaanstad: “Wij wilden in een experiment een instrument ontwikkelen waarmee we inzicht kunnen geven in deze complexe en gevoelige zaken. De hoofdvraag was: hoe kunnen we samen, op basis van gegevens en ervaring, het vóórkomen van huiselijk geweld in beeld brengen en wellicht voorspellen en voorkómen. En: kunnen we daar iets voor ontwikkelen met behulp van innovatief informatiemanagement?”
Big data
Zaken als big data en data-analyse zijn allang niet meer alleen weggelegd voor de Googles en Microsofts van deze wereld. In elke organisatie wordt tegenwoordig ontelbaar veel data (= informatie) verzameld. Bedenk alleen al hoeveel informatie er in een computer zit. Door data te rangschikken en te analyseren, kun je allerlei verbanden leggen waarop je vervolgens je beleid kunt sturen. De Man: “Wij wilden een monitor Huiselijk Geweld ontwikkelen waarmee we data kunnen genereren waardoor we het vóórkomen van huiselijk geweld kunnen meten, vergelijken en wellicht voorspellen. Vanuit de gemeente hebben wij daartoe de samenwerking gezocht met BigData Company.”
Bronnen
De eerste stap is het bepalen van de belangrijke indicatoren voor de monitor. Die zijn vastgesteld op basis van verschillende bronnen. De Man zegt daarover: “Een belangrijke bron zijn onze eigen Jeugdteams. Zij zijn het ook die uiteindelijk met de monitor gaan werken. Daarnaast hebben we geput uit wetenschappelijke publicaties en hebben we de verhalen van tientallen ervaringsdeskundigen verzameld.” Deze indicatoren zijn (in)gevuld met gegevens van binnen en buiten de eigen organisatie, vanuit diverse beleidsmonitors en databestanden van maatschappelijke partners.
“Als derde component wilden wij ook nog data van social media daar aan toevoegen, maar dat is vooralsnog niet gelukt. Ondanks dat is er een monitor ontwikkeld waarop alle beschikbare informatie gecombineerd, geanalyseerd en op wijkniveau vergeleken kan worden. Die data (bijvoorbeeld het aantal meldingen of risicofactoren) worden zichtbaar gemaakt via verschillende dashboards. Onze medewerkers zijn getraind om die gegevens uit de monitor te kunnen duiden en in de praktijk toe te kunnen passen.”
Grotere bewustwording
Het opzetten van de monitor heeft ruim een jaar gekost, zo zegt Saskia de Man. “Zelf noemen we het een experiment. Maar wel een heel nuttig experiment. Na een jaar constateren we dat de indicatoren en data ‘do make sense’. Maar perfect is het nog niet. Vanwege het eerder genoemde ontbreken van data uit social media, maar ook omdat het lastig is om gebruikelijke data tijdig, juist en volledig te verkrijgen. Dat is uiteindelijk wel nodig om gegevens goed te kunnen combineren, te vergelijken en te analyseren. Pas als dat kan, is de monitor dynamisch en voorspellend en dat is wat we uiteindelijk voor ogen hebben.”
“Toch zijn we blij met wat er tot nu toe is bereikt. De monitor biedt absoluut meer inzicht in de problematiek en meer zicht op de verschillen op buurt- en wijkniveau. En wat we erg belangrijk vinden: onze Jeugdteams zijn er blij mee. Met de gegevens uit de monitor kunnen ze beter gefundeerd het gesprek aan met betrokkenen in de buurten en wijken en met andere professionals. Bijvoorbeeld als het om preventief handelen gaat. Sowieso leidt dit experiment tot een grotere bewustwording rondom het voorkomen van huiselijk geweld bij alle betrokkenen. Ook niet onbelangrijk: door deze pilot weten instanties veel beter van elkaar welke informatie ze elk afzonderlijk hebben en is de samenwerking sterk verbeterd. Dat zijn al met al flinke stappen.”
Verbeteren en verbreden
Voor Zaanstad zijn deze resultaten reden genoeg om op dit dossier samenwerking te zoeken met VNG/KING en via de Pilotstarter de tot nu toe opgedane ervaringen te delen. “We willen dit graag doorontwikkelen samen met andere gemeenten. Door bij elkaar te kijken hoe we huiselijk geweld aanpakken, door oplossingen en ervaringen uit te wisselen, kunnen we de monitor Huiselijk Geweld verbeteren en verbreden. In eerste instantie binnen het thema huiselijk geweld en uiteindelijk ook naar andere thema’s binnen de leefdomeinen van de Zelfredzaamheid-Matrix. Informatiemanagement zal ons daar zeker bij helpen.’
In het kader van de Digitale Agenda 2020 is dit artikel onderdeel van een serie waarin gemeenten vertellen over hoe zij denken over, en samen met andere gemeenten aan de slag gaan met, innoveren in dienstverlening en informatievoorziening.
Geef een reactie