Het kabinet legt het advies van de Raad van State naast zich neer om af te zien van de verplichting voor gemeenten tot het aanbieden van beschut werk.
Het advies van de Raad van State is naar aanleiding van het voorstel om de Participatiewet en enkele andere wetten te wijzigen. Het kabinet kiest ervoor om het advies te negeren en heeft het wetsvoorstel nu ongewijzigd bij de Tweede Kamer ingediend. Dit wetsvoorstel voert in de Participatiewet de verplichting in voor gemeenten om een voorziening voor beschut werken aan te bieden.
Niet overtuigd
De Raad van State geeft aan dat zij bij het verplichten van beschut werken niet overtuigd is van de noodzaak om eenzijdig in te grijpen in de gemeentelijke praktijk. Want daarmee maakt de centrale overheid inbreuk op de uitgangspunten van de decentralisaties in het sociale domein.
Een van die uitgangspunten is dat beleidskeuzes bij de uitvoering van de gedecentraliseerde taken in belangrijke mate aan gemeenten zélf wordt overgelaten. “Dit vergt terughoudendheid, rolvastheid en zelfbeheersing van de wetgever”, schrijft de Raad van State in haar advies. “Stelselverantwoordelijkheid mag daarbij geen alibi voor de centrale overheid zijn om eenzijdig en in strijd met de bedoeling van de decentralisaties in te grijpen in de uitoefening van gedecentraliseerde bevoegdheden.”
Strijdig
Staatssecretaris Klijnsma geeft aan dat ze ingrijpen juist gerechtvaardigd vindt. Nadat eerder dit jaar uit onderzoek van de Inspectie SZW naar voren kwam dat het aantal gerealiseerde beschut werkplekken in gemeenten nog nauwelijks van de grond was gekomen, kondigde zij maatregelen aan. “Dit strookt niet met de doelstelling van de Participatiewet om personen naar hun mogelijkheden te laten werken”, schrijft de staatssecretaris in een toelichting op het wetsvoorstel. “Het op voorhand niet aanbieden van de voorziening beschut werk, zonder de specifieke behoeften en mogelijkheden van mensen te kennen, is strijdig met de bedoeling van de wet dat maatwerk moet worden geleverd.”
Raad van State vindt dat de rijksoverheid bij problemen eerst zou moeten overleggen met gemeenten over hoe die binnen de kaders van de wet opgelost kunnen worden. Pas als allerlaatste redmiddel zou overwogen kunnen worden of er wellicht een wijziging van het wettelijk stelsel nodig is.
Staatssecretaris Klijnsma denkt hier anders over: “Als er in de praktijk zaken knellen en we dit via een wetswijziging kunnen verbeteren, dan doe ik dat. Een wet is geen doel op zich, maar slechts een middel om iets te bereiken. En dat is in dit geval dat mensen met een arbeidsbeperking sneller en eenvoudiger toegang krijgen tot een baan naar hun mogelijkheden.”
Decentralisaties
In haar advies geeft de Raad van State aan dat gemeenten in lijn met de uitgangspunten van de decentralisaties in het sociale domein hebben gezocht naar geschikte oplossingen om de (kwetsbare) doelgroep adequate voorzieningen te bieden “Het is niet duidelijk waarom de regering het onaanvaardbaar vindt dat gemeenten alternatieve voorzieningen aanbieden in de plaats van de voorziening beschut werk”, schrijft ze. “De toelichting bij het wetsvoorstel gaat voorbij aan de knelpunten en bezwaren die de gemeenten in de praktijk ervaren met het instrument beschut werk. Het gaat daarbij in het bijzonder om de voorwaarde van een arbeidsovereenkomst. (…) Als dit (een arbeidsovereenkomst, red.) van werkgevers in het bedrijfsleven niet kan worden verwacht, rijst de vraag of deze eis wel aan gemeenten mag worden gesteld.”
Niet verplicht
Klijnsma beoogt om de nieuwe aanpassingen van de Participatiewet al met ingang van 2017 in te voeren en spreekt de hoop uit dat het parlement er snel mee kan instemmen.
Adviezen van de Raad van State zijn niet bindend, maar worden wel belangrijk gevonden. Zo kan een negatief advies van de Raad van State effectieve munitie zijn voor de oppositie. Vaak neemt het kabinet dan ook de adviezen van de Raad van State over door het wetsvoorstel aan te passen.
Geef een reactie