Minister Ollongren van BZK wil de rol van de raad in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) versterken. Dat klinkt mooi, maar leiden alle wijzigingen ook echt tot verbetering van de kaderstellende en controlerende rol?
De Afdeling advisering van de Raad van State is zeer kritisch, met name over de rolonduidelijkheid die kan ontstaan tussen raad en college. Ook vanuit de praktijk klinkt kritiek, en dat is niet heel vreemd.
Rollen en regionaal advies
Het wetsvoorstel biedt de mogelijkheid tot het instellen van een ‘regionale gemeenschappelijke adviescommissie’ bij een openbaar lichaam. Ook regelt het wetsvoorstel de actieve informatieplicht. De wetgever gaat hierbij echter voorbij aan het feit dat gemeentebesturen duale verhoudingen kennen. De gemeenteraden stellen kaders en controleren of de beleidsuitvoering daarbinnen plaatsvindt.
Past het wel om een regionale adviescommissie in te stellen bij een openbaar lichaam waarin raadsleden van de verschillende deelnemende gemeenten zitting hebben? Met deze gemeenschappelijke adviescommissie ‘wordt beoogd dat de raden in een vroegtijdig stadium betrokken kunnen worden bij voorgenomen besluiten door het bestuur van de regeling’.
Dit zorgt uiteraard voor meer invloed en betrokkenheid van gemeenteraden, maar kan wel degelijk leiden tot rolonduidelijkheid. Je bent namelijk als raadslid in een adviescommissie geen kaders meer aan het stellen maar aan het meebesturen. En dat kan toch niet de bedoeling zijn.
Reces en begrotingscyclus
De zienswijzetermijn voor de ontwerpbegroting wordt verruimd van acht naar twaalf weken. Ook gaat de termijn voor het inedienen vaam een gemeenteschappelijke begroging begroting te mogen indienen bij gedeputeerde staten van 1 augustus naar 15 september. Een hele verbetering, echter net als de Tweede Kamer kennen ook gemeenteraden een zomerreces van in het algemeen zo’n zes weken.
In de praktijk wordt het lastig om voor het zomerreces de ontwerpbegrotingen in de gemeenteraad te bespreken. Immers begin juni wordt de ontwerpbegroting toegestuurd. Vervolgens bereidt het college, vanuit de bevoegdheid in de Gemeentewet om raadsbesluiten voor te bereiden, een ontwerp-zienswijze voor. Dit voorstel is niet eerder dan eind juni beschikbaar en wordt dus niet meer voor het reces behandeld.
Het kabinet gaat uit van een eerste bespreking in de gemeenteraden vóór de zomer. Maar wat bespreken de raden dan? De ontwerpbegroting zonder voorstel of wordt de raad geacht hiervoor zelf een initiatiefvoorstel te maken?
De besluitvorming over de zienswijze ziet het kabinet na de zomer plaatsvinden. Ook dit is zeer kort dag. Immers, nog los van de vakantiespreiding zal een algemeen bestuur toch uiterlijk 1 september willen besluiten over de begroting om vervolgens de ambtelijke organisatie nog de ruimte te geven om de genomen besluiten correct te verwerken en de vastgestelde begroting tijdig bij gedeputeerde staten in te dienen.
Ook veel goeds
Het wetvoorstel bevat veel goede elementen zoals:
- Meer mogelijkheden tot het geven van zienswijzen;
- Afspraken over participatie in een gemeenschappelijke regeling worden vastgelegd;
- Recht van enquête;
- Verduidelijking van de mogelijkheden voor rekenkameronderzoek;
- Afspraken over evaluatie;
- Uitbreiding van de regels over uittreden.
Aan de Tweede Kamer de schone taak om het goede te behouden en de knelpunten op te lossen.
Wim Voeten is raadsgriffier in de gemeente Etten-Leur.
Geef een reactie