Met behulp van het Bruto Gemeentelijk Product is te berekenen hoe groot de toegevoegde waarde van economische activiteiten per gemeente is.
Eén van de producten voor het ondersteunen en adviseren van gemeenten, is Waarstaatjegemeente.nl. Dit online instrument biedt gemeenten inzicht in de eigen prestaties en de prestaties van collega-gemeenten. Om gemeenten te helpen zich met elkaar te vergelijken en inzicht te geven in verbeterpunten, zijn door KING en onderzoeksbureau Atlas voor gemeenten zogenoemde verklaringsmodellen ontwikkeld. Deze modellen gaan uit van de verschillen tussen gemeentelijke prestaties op diverse maatschappelijke domeinen. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de grootte van de verschillen of afwijkingen ten opzichte van het landelijke gemiddelde, maar wordt ook gekeken naar de samenhang tussen de lokale situatie en de gemeentelijke prestatie.
Met de verklaringsmodellen krijgen gemeenten handvatten aangereikt om op verschillende maatschappelijke thema’s handelingsperspectief te ontwikkelen, en mogelijk te leren van collega-gemeenten. KING en Atlas voor gemeenten hebben recent het vierde verklaringsmodel (Lokale economie) gepresenteerd, nadat eerder al de verklaringsmodellen ‘Overlast en onveiligheid’; ‘Arbeidsparticipatie’ en ‘Woon- en Leefklimaat’ waren gelanceerd.
Bruto Gemeentelijk Product
In het verklaringsmodel Lokale economie wordt gekeken naar het Bruto Gemeentelijk Product (BGP). Het BGP per inwoner is het aantal banen per inwoner, vermenigvuldigd met de gemiddelde toegevoegde waarde van die banen (ofwel: de productiviteit per werknemer). Waar het Bruto Binnenlands Product (BBP) uitgaat van de toegevoegde waarde van alle bedrijvigheid in Nederland, is door KING en Atlas voor gemeenten met het BGP een uitsplitsing per gemeente gemaakt. Zo wordt duidelijk wat de toegevoegde waarde van Nederlandse gemeenten is. Hiermee wordt een maat geïntroduceerd, waarmee de ontwikkeling van lokale economie kan worden gevolgd.
In het verklaringsmodel Lokale Economie wordt duidelijk dat de hoogte van het BGP samenhangt met tal van omgevingsfactoren. Bijvoorbeeld de geografische ligging en agglomeratievoordelen, die worden veroorzaakt door de centrumfunctie van steden. Ook de sectorale structuur speelt een rol. Sommige bedrijven produceren veel goederen met beperkte inzet van arbeid, zoals nutsbedrijven en de maakindustrie. Andere takken, zoals de creatieve bedrijfstakken en het onderwijs, leunen zwaar op menselijke inzet. Mensen spelen ook een rol als gekeken wordt naar het opleidingsniveau: daar waar meer hoger opgeleiden in de omgeving wonen, ligt ook het BGP hoger.
Sturingsinstrument
Het BGP per inwoner kan worden ingezet als sturingsinstrument voor lokaal economisch beleid dat gericht is op het bevorderen van het lokale vestigingsklimaat. De analyse laat onder meer zien dat een goed vestigingsbeleid, en het creëren van een goede woonomgeving voor hoger opgeleiden, kunnen bijdragen aan een productieve lokale economie. Daarnaast is ook een betere bereikbaarheid van werkgelegenheid een stimulans voor de lokale economie.
Verder wordt duidelijk dat de lokale economie zich niet aan gemeentegrenzen houdt. Het samenspel van factoren laat zien dat de schaal waarop de lokale economie wordt beïnvloed, vaak bovengemeentelijk is. Samenwerking met andere gemeenten is daarom van essentieel belang.
Sociaal-economische domein
Met de lancering van het verklaringsmodel ‘Lokale economie’ is het sociaal-economische domein voor alle gemeenten in beeld gebracht. Er is zicht op de veiligheid, het wonen en leven, en het werken en ondernemen in een gemeente.
De modellen bieden een waardevolle verdieping op de gegevens in Waarstaatjegemeente.nl. Het stelt gemeenten in staat om zich op een betekenisvolle manier te vergelijken, maar ook om onderscheid te kunnen maken tussen beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare factoren. Door dit op meerdere onderdelen van het sociaal-economische domein te doen, kan op een meer integrale manier naar het beleid worden gekeken.
Geef een reactie