Werkt een regisserende gemeente ingrijpend beter dan een traditionele? Jazeker. Toch vergt overstappen naar regisseren door gemeenten veel tijd. Om in organisatietermen te spreken “de stap van strategie naar uitvoering duurt lang”.
– c o l u m n –
Hoe komt dat?
De traditionele overheidsorganisatie is het beste te vergelijken met een trein waarmee je door een land wil zwerven. Zo stamt het spoorstelsel overheid uit het industrieel tijdperk en is het qua dienstregeling juridisch dichtgetimmerd. Weliswaar prima geschikt om maatschappelijke knelpunten te lijf te gaan “waar ieder geval gelijk moet worden behandeld”. Zo komt ze tegemoet aan wichtige democratische waarden als zorgvuldigheid, voorspelbaarheid, rechtsgelijkheid, rechtszekerheid en rechtmatigheid. Het gaat mis waar de bureaucratie te ver doorschiet. Dat gebeurt door teveel regels en verkokering. En daaraan is in gemeenteland geen gebrek.
Wat dan?
In onze moderne pluriforme horizontale wereld eisen mensen maatwerk. In een traditionele gemeente worden vragen weerbarstig en onoplosbaar. Soms belandt ze dan “op de stapel”. Of gaat het probleem door de organisatie “zwerven”. Versnippering van taken en bevoegdheden gekoppeld aan falende interne communicatie tussen afdelingen brengen de vraag tenslotte op een dood spoor. De lang wachtende en intussen zwaar geïrriteerde inwoner stapt naar het verantwoordelijke collegelid. Ambtelijke paniek slaat toe. Om geen vingers te branden wordt gegrepen naar regelgeving. De wethouder kan niks met dit advies. Deze denkt aan de kiezer, maakt een “afweging” en beslist. Willekeur en favoritisme rollen naar binnen. Krantenberichten over “niet integer handelen door wethouder” duiken op.
Waarom werkt een regisserende gemeente wel?
Voorwaarde één is dat er een duidelijke visie en richting is. “Steering, not rowing” volgens Osborne en Gaebler geeft maatwerk leverende regisseurs doordat ze gewoon meer autonomie hebben. Een echte regisserende gemeente kent immers ruime “discretionaire” bevoegdheden toe binnen afgesproken kaders. En verantwoording wordt afgelegd over afgesproken resultaten. Dus geen gedrag door regels maar door gespecificeerde doelen. Werknemers maken zelf uit welk gedrag tot resultaat leidt. Oh ja, dat dit ook kan leiden tot willekeur weet ik ook wel. Integriteit is niet voor niks een kerncompetentie in een regisserende gemeente. Vanzelfsprekend vraagt dit volledige transparantie met een sterke horizontale verantwoording.
Vijf voor twaalf?
Zeker. Het vertrouwen in de overheid slinkt met de dag. Wil een gemeente midden in de samenleving blijven dan moet de maatschappelijke dynamiek worden geïntegreerd. En snel. Aan strategienota’s die “er voor gaan” geen gebrek. Maar te weinig zien we gemeenten de strategie alert naar de praktijk vertalen. De waan van de dag wint het van de dagelijks gewenste vragen “zitten we nog op het goede spoor?”, “passen de leiderschapsvaardigheden nog wel bij de strategie?” of “welke competenties hebben we wel nodig en van welke moeten we afscheid nemen?”. Laat staan dat op basis daarvan de transitie wordt geregisseerd.
Is dat genoeg?
Nee. Transitie is een “two-way street” . Doortastendheid gaat direct samen met de zorg dat “mensen mee op reis gaan”. Elke dag in dialoog de koers bespreken en deze koppelen aan de beste ideeën van de medewerkers. Het script van het transitieproces heeft oog voor de juiste strategie, flexibele uitvoering, oprechte betrokkenheid van medewerkers en consistentie in de realisering. De maatschappelijke prijs is te hoog om het niet te doen.
Geef een reactie