Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken gaat voorlopig niet ingrijpen om te zorgen dat gemeenten hun antidiscriminatievoorziening (ADV) op orde krijgen. Komend voorjaar gaat ze praten met gemeenten waar de werking van de ADV’s problematisch kan zijn.
Dat schrijft de bewindsvrouw in de beantwoording van Kamervragen naar aanleiding van de begrotingsbehandeling. Kleine gemeenten weten vaak niet hoe zij zich moeten organiseren als het gaat om anti-discriminatie en wensen daarbij een rol van toezicht en betrokkenheid vanuit het ministerie, zo bleek eerder. ‘Wat gaat de minister precies doen om het achterblijven van ADV’s aan te pakken?’ vroeg de D66-fractie aan de eigen minister.
Ollongren wil de lokale aanpak op een aantal manieren stimuleren en ondersteunen, maar ziet geen reden om het stelsel van ADV’s helemaal op de schop te nemen. ‘Gemeenten zijn bij uitstek in positie om hun burgers via preventief en repressief beleid te beschermen tegen discriminatie.’
Wettelijke verplichting
Gemeenten hebben een wettelijke verplichting om inwoners toegang te verlenen tot een antidiscriminatievoorziening waar ze terecht kunnen met klachten over discriminatie. Uit recent onderzoek is gebleken dat niet alle gemeenten hun ADV-functie op orde hebben. Er zijn vooral problemen rond de vindbaarheid van de ADV’s, professionaliteit, kwaliteit en samenwerking met andere actoren zoals de politie.
Het kabinet meent dat die problemen ook binnen het huidige stelsel opgelost kunnen worden. Hierover is Ollongren op dit moment in gesprek met onder meer de VNG. In het voorjaar van 2019 vindt bestuurlijk overleg plaats met gemeenten waar de werking van de ADV’s problematisch kan zijn. Verder zal de handreiking antidiscriminatiebeleid nader worden toegelicht voor gemeenten die dat nodig hebben, zegt de minister toe.
Update
In de beantwoording geeft Ollongren tevens een update over een aantal andere lopende zaken die relevant zijn voor gemeenten. Onder meer:
- Maatregelen en wetgeving ter versterking van bestuurlijke integriteit kunnen niet eerder dan 2019 gereed zijn. Ollongren kreeg hier meerdere vragen over en geeft aan dat het punt hoog op de agenda staat, maar niet sneller kan dan begin volgend jaar.
- Het nieuwe beleidskader over gemeentelijke herindeling komt nog wel dit jaar. ‘Gemeenten en provincies zitten hier inderdaad op te wachten,’ aldus de minister. De omvang van een gemeente doet volgens haar daarbij veel minder ter zake dan de inzet van het gemeentebestuur om de lokale democratie te verrijken. ‘Een herindeling kan juist door de organisatorische veranderingen ook kansen bieden om de lokale democratie te vernieuwen en verlevendigen.’
- Voor 1 maart 2019 bericht Ollongren de Tweede Kamer over de eerste bevindingen en mogelijke voorstellen om meer te experimenteren binnen onder meer de Gemeentewet vanuit de agenda Ruimte in regels.
- Het is de bedoeling om een integrale nieuwe verdeling van het gemeentefonds, gericht op het gehele sociaal domein per 2021 in te voeren. Daarvoor moet eerst een breed onderzoek worden uitgevoerd dat naar verwachting begin 2019 zal starten.
- Onder meer in het kader van fraude blijft de kwaliteit van de gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP), vooral adresgegevens, voortdurend een punt van aandacht voor het ministerie. Hieraan wordt onder meer gewerkt in het programma Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA). Om de aanpak te borgen worden de activiteiten van LAA overgebracht van het tijdelijke programma naar de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.
- In het voorjaar van 2019 komen de onderzoeksresultaten naar het vaststellen van grafrechten door gemeenten. Er wordt op dit moment onderzocht waarop gemeenten de vaststelling van de kosten baseren en of zij voldoende transparantie en inzichtelijkheid bieden. De kosten van begraven verschillen sterk tussen gemeenten. Vorig jaar is er een motie aangenomen om hier wat aan te doen en in dat kader laat Ollongren het onderzoek uitvoeren. Ze wijst erop dat de kosten van grafrechten zijn aan te merken als leges, die op grond van de Gemeentewet niet hoger mogen zijn dan nodig voor het dekken van de kosten. ‘De tarieven kunnen verschillen omdat deze afhankelijk zijn van lokale omstandigheden als de grondprijs, de duur waarvoor een uitsluitend recht op een particulier graf is gevestigd en het benodigde onderhoud van de begraafplaats,’ verklaart de minister.
Geef een reactie