Optimisme te over, maar de inzet van wijkteams is nog slechts het begin van de omslag die nodig is. “De teams ontwikkelen zich duidelijk binnen een spanningsveld.”
De Voortgangsrapportage integraal wijkgericht werken in Utrecht, Zeist, Wijk bij Duurstede en Nieuwegein van de Hogeschool Utrecht schijnt een licht op de ontwikkeling van wijkteams voor het uitvoeren van de nieuwe taken. “We kunnen iets zeggen over belangrijke dilemma’s en de verschillen tussen gemeenten”, stelt de inleiding.
De uitgangspunten zijn voor alle vier gemeenten dezelfde:
- Een ontwikkeling naar participatie en informele netwerken.
- Een verschuiving van georganiseerde voorzieningen naar faciliterende en van individuele naar collectieve voorzieningen (met de nadruk op het belang van maatwerk).
- Een verschuiving van zorg naar welzijn en meer samenwerking tussen de domeinen (een integrale aanpak, waarin ruimte is voor innovaties).
Professionals die individuele hulpverlening bieden moeten gaan samenwerken met professionals die sterk gebiedsgericht werken en vooral collectieve arrangementen bieden, is de overkoepelende opdracht. En de gemeente? Die heeft de zo veel besproken regie, maar dit wordt in de praktijk verschillend ingevuld.
Het onderzoek zet vanaf pagina 47 uiteen welke eigenschappen de drie prototypen voor het wijkgerichte werken hebben:
- Het teammodel.
- Het front-/backofficemodel.
- Het netwerkmodel.
Informatie
De gemeenten vullen het werken met wijkteams dan wel anders in; ze komen tegelijkertijd dezelfde uitdagingen tegen. Een voorbeeld uit het onderzoek: “De lakmoesproef voor het welslagen van meer integrale werkwijzen is onder meer gelegen in de vraag of de afzonderlijke betrokken organisaties hun informatiesystemen op elkaar gaan afstemmen in de toekomst en openstellen voor de professionals die in deze integrale teams werkzaam zijn.”
Opvallend is dat iedereen wel vindt dat burgers meer betrokken moeten worden bij de taken, maar dit vaak nog geen handen en voeten heeft gekregen. “Het is nu vooral een omslag waarin het professionele veld en de organisaties een omslag dienen te maken”, is de observatie. “Een voorbeeld: mogen burgers deel uitmaken van een integraal wijkteam?” De beleidsdocumenten van de gemeenten geven geen antwoord op deze vraag.
Over het algemeen wordt geconcludeerd dat de verwachtingen meestal hooggespannen zijn, maar de teams nog een heel eind te gaan hebben willen ze het optimisme rechtvaardigen.
Verschillen
Hoe breed is het sociale domein waarin de teams aan de slag moeten? Hier geven de vier gemeenten verschillende antwoorden. “In Utrecht is duidelijk gekozen voor het scheiden van de kerntaken individuele ondersteuning en sociaal makelaarschap over meerdere teams.”
In Wijk bij Duurstede en Zeist worden deze taken juist met elkaar verbonden. “Mogelijk dat het kleinere schaalniveau hierin een rol speelt; mogelijk is hierin wel sprake van een expliciete, onderbouwde keuze. Dit terrein leent zich voor nader onderzoek.”
Dilemma’s
Een belangrijk dilemma: “In hoeverre kan zelfredzaamheid van burgers worden gevraagd of wat moet je als professional doen wanneer een cliënt bepaalde problemen wel zelf zou kunnen oppakken, maar dit niet doet?” Het is een van de uitdagingen die onderdeel zijn van afwegingen tussen meerdere professionals, staat in de rapportage.
“De ontwikkeling van integrale wijkteams gaat vaak (nog) gepaard met behoud van de bestaande ‘moederorganisaties’ waaruit de professionals afkomstig zijn en – dientengevolge – met aansturing vanuit uiteenlopende visies en organisatiebelangen. Hier zien we een duidelijk spanningsveld dat mogelijk ook wringt of kan gaan wringen binnen deze integrale teams.”
Dan is er voor gemeenten nog de belangrijke vraag naar het rendement van een hopelijk betere werkwijze. Wat dat betreft: slecht nieuws. “In al het materiaal zijn we nog weinig omschrijvingen tegen gekomen waarin concrete beoogde (en afrekenbare) resultaten worden geformuleerd die de dienstverlening aan burgers of wijkdoelstellingen betreffen.” Of ingeboekte bezuinigingen in zicht komen met de wijkteams is dan ook niet te zeggen.
De studie is uitgevoerd als onderdeel van het project Wmo-werkplaats Utrecht van het lectoraat van Jean-Pierre Wilken van Hogeschool Utrecht.
. Het kan beter says
De gemeente denkt even wijkteams zorg te organiseren. Gelijk de plansoenendienst. De werkelijkheid is veel ingewikkelder. Daarom heeft de regering een fout besluit genomen om #zorg te verbinden aan gemeenten. Jammer dat het onbenul gelijk krijgt.