Leggen gemeentelijke herindelingen de bijl aan de wortel van de lokale democratie? Nieuw onderzoek door Maarten Allers van de Rijksuniversiteit Groningen bevestigt dat dit het geval is.
Allers onderzocht met een aantal collega’s het effect van herindelingen op de opkomst bij verkiezingen voor zowel de gemeenteraad als de Tweede Kamer. De gevolgen blijken structureel negatief, oftewel herindelingen drukken op lange termijn de opkomst. ‘Gemeentelijke herindeling schaadt lokale en nationale democratie,’ zo stellen de onderzoekers. De laatste studie bevestigt wat in grote lijnen al bekend was over dit onderwerp.
Wenselijkheid herindelingen
De bevindingen werpen een ‘fundamentele vraag’ op. Namelijk ‘of herindelingen en de decentralisaties die daarvoor een drijvende kracht vormen, wel zo wenselijk zijn. Als het doel van decentralisaties meer lokaal maatwerk is, maar het resultaat grotere gemeenten met minder democratische participatie is, wat levert dit dan op?’ vraagt Allers zich af.
Het herindelen of verminderen van het aantal gemeenten is een soort trein die maar doordendert, aangewakkerd door de decentralisatie van rijks- en provinciale taken naar gemeenten. Lokale overheden hebben vaak niet de optimale schaal om deze nieuwe taken, zoals jeugdbeleid of handhaving van milieuvergunningen, op te pakken. Zo leiden de decentralisaties tot meer gemeentelijke samenwerking, al dan niet door van boven opgelegde fusies. Herindelingen blijken lokaal vaak weerstand op te roepen.
Opkomst vanaf 1983
Om te kunnen beoordelen wat het effect is op de lokale democratie, analyseerden de onderzoekers opkomstgegevens van 1983 tot en met 2018. ‘In deze periode zijn 124 gemeenten één keer heringedeeld, 48 twee keer en 5 gemeenten drie keer.’ In de analyse zijn overigens alleen de gemeenten betrokken die maar één keer fuseerden.
Wat blijkt over deze periode? ‘Gemeentelijke herindeling verlaagt de opkomst langdurig: bij Tweede Kamerverkiezingen met 0,7 procentpunt en bij gemeenteraadsverkiezingen met 2,2 procentpunt.’ De uitkomsten ondersteunen daarbij twee theorieën die dit beeld verklaren. De uitdijende schaalgrootte kan afbreuk doen aan de ‘sociale norm om te stemmen’ en de ’toegenomen afstand tussen burgers en politiek’ kan hieraan ook bijdragen.
Verkleinen afstand
Allers en zijn collega’s doen de aanbeveling dat ‘herindelingen niet alleen economisch, maar ook vanuit sociaal oogpunt moeten kloppen’. Gekoppeld daaraan zouden herindelingsgemeenten zich moeten inzetten voor het verkleinen van de afstand tussen burgers en politiek. ‘Bijvoorbeeld middels dorpsraden, en het actief betrekken van inwoners uit alle delen van de gemeente. Dit gebeurt echter vaak al, en het is de vraag hoeveel winst hier nog te behalen valt.’
Uit eerder onderzoek bleek dat gemeentelijke uitgaven in toenemende mate via herindelingen of andere vormen van samenwerking worden opgeschaald. De economische ratio daarvoor ontbreekt volledig, onderstrepen de wetenschappers nog maar eens: ‘Onderzoek vindt geen kostenbesparingen door dergelijke schaalvergrotingen.’
Geef een reactie