De gemeente Den Haag gaat zogenoemde Fuck-up-Nights organiseren. Tijdens die avonden kunnen buurtbewoners en belanghebbenden hun hart luchten over mislukte initiatieven op het gebied van leefbaarheid. Tegenwicht is er ook: naast het falen komen geslaagde projecten en positieve ervaringen aan bod.
Beide typen bijeenkomsten zijn onderdeel van de Haagse aanpak Placemaking. Dat internationale begrip gaat om ‘de verbetering en optimaal gebruik van de publieke ruimte’. Want, zo staat in een brief van afgelopen juli aan de gemeenteraad: ‘Bewoners, bezoekers en gebruikers verdienen niet alleen een publieke ruimte die er goed uitziet en goed onderhouden wordt. Ze verdienen ook de mogelijkheid om zelf bij te dragen de publieke ruimte aantrekkelijk te houden en te versterken.’
Fuck-up-Nights
Vanuit die gedachte moeten Fuck-up-Nights een steentje bijdragen. Tijdens ontmoetingen met buurtbewoners en belangstellenden passeren de ‘beste meest leerzame mislukkingen’ de revue. Oftewel, wat er faliekant misging bij initiatieven op het gebied van leefbaarheid in de gemeente. Omwille van de balans is daarbij ook ruimte voor de ‘beste Haagse verhalen’ en geslaagde voorbeelden van ‘placemaking’. Het concept van de bijeenkomsten is overigens niet nieuw, maar Den Haag zou wel de eerste gemeente zijn die dit zelf organiseert.
Placemaking in de hofstad
Bij placemaking is de bedoeling dat ‘alle stakeholders en gebruikers’ van een plek samenwerken aan een betere leefomgeving. De aanpak richt zicht op ‘meer gebruikswaarde’ voor deze ruimtes, zo staat in de brief. ‘Het is een kansrijke manier van investeren: het is snel, goedkoop, gezamenlijk en op korte termijn mogelijk, maar werkt ook op lange termijn door. Zo ontstaan er initiatieven met kortetermijndoelstellingen, die (mogelijk) resulteren in langetermijnafspraken.’
Niet top-down
De aanpak richt zicht dus op het fysieke domein, in combinatie met de organisatorische en sociale structuren die nodig zijn om succesvolle plekken te maken en beheren. Het agenderen van onder andere fuck-ups biedt nog meer voordelen, aldus de gemeente. ‘Het nodigt mensen en partijen uit om verantwoordelijkheid te nemen voor de publieke ruimte waarin ze wonen, werken en verblijven. Placemaking is niet top-down, maar volgt de investeringswensen van mensen en partijen die in hun eigen woon-, werk- en leefomgeving willen investeren.’
Ambtenaren
De doelgroep van de Haagse werkwijze zijn stadsbewoners en lokale bedrijven die aan de slag willen in de publieke ruimte. Denk ook aan maatschappelijke organisaties, corporaties én ‘interne stakeholders’ van de gemeente, ambtenaren dus. Ook collega’s uit andere steden kunnen soms aanschuiven.
Geef een reactie