Foto: Alinda Fredriks, algemeen bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Raadsleden
Participatie onder de Omgevingswet komt nog slecht uit de verf. Intimidatie en agressie richting raadsleden neemt toe. Volstrekt onacceptabel, stelt algemeen bestuurslid Alinda Fredriks van de Nederlandse Vereniging van Raadsleden. ‘De raad moet stelling durven nemen. Tegen uitlatingen van inwoners die niet oké zijn, moet je je als raadslid uitspreken.’
Steeds meer gemeenten lopen tegen de keerzijde van de participatieplicht onder de Omgevingswet aan. Het dilemma met de wet, stelden wethouders van Eindhoven en Terneuzen onlangs, is dat inwoners altijd kunnen stellen dat het participatieproces niet goed is verlopen. Hierin weten ze ook raadsleden mee te krijgen.
Algemeen belang
Minister De Jonge van Binnenlandse Zaken steunt de gemeenten hierin, zo blijkt uit de beantwoording van vragen uit de Eerste Kamer rond de Wet versterking participatie op decentraal niveau. Deze wet haakt in op de verplichting aan gemeenten onder de Omgevingswet om hun participatiebeleid rechtsgeldig vast te stellen.
‘De algemene belangenafweging,’ schrijft De Jonge, ‘brengt nu eenmaal met zich mee dat raadsleden niet altijd gehoor kunnen geven aan de inbreng van (meer actieve) bewoners. Als gekozen volksvertegenwoordigers moeten zij bewaken dat de gemaakte keuzes het algemeen belang ten goede komen. De raad vertegenwoordigt immers de gehele bevolking.’
Verzet
Dat het flink uit de hand kan lopen, bleek onlangs bij het verzet tegen de komst van een asielzoekerscentrum in Santpoort-Zuid. Omwonenden stellen dat de gemeente Velsen onvoldoende heeft onderzocht of de twee beoogde locaties geschikt zijn, en dat ze bovendien doof is voor kritiek. Zelf zegt de gemeente een uitgebreid participatietraject te hebben gevolgd. Volgens de bewoners was dat alleen maar voor de bühne, en was alles al besloten.
Kopschuw
Waarop bestuurders, raadsleden en ambtenaren overspoeld werden door intimiderende en bedreigende brieven en mails, die soms zelfs naar het nazi-tijdperk verwezen. In de raadsvergadering van eind februari riep de raad bij de behandeling van de ingekomen stukken collectief op daarmee te stoppen. D66-fractievoorzitter Bas de Ruig zei dat sommige raadsleden kopschuw zijn gemaakt en in het openbaar over dit dossier niets meer durven te zeggen.
Volstrekt onacceptabel
Volstrekt onacceptabel, reageert algemeen bestuurslid Alinda Fredriks van de Nederlandse Vereniging van Raadsleden. ‘De raad moet stelling durven nemen. Als raadslid of politieke partij hoef je een plan niet per se te ondersteunen, maar je moet het er wel over eens zijn dat het niet kan dat raadsleden zich niet durven uitspreken of een bepaald standpunt niet in durven nemen, omdat ze zich bedreigd voelen. Tegen uitlatingen van inwoners die niet oké zijn, moet je je als raadslid uitspreken.’
Ook Fredriks ziet dat tegenstanders van ontwikkelingen en ook politieke fracties in de raad steeds vaker stellen dat er onvoldoende is geparticipeerd. ‘Zoiets is moeilijk te voorkomen, zeker als het om maatschappelijk gevoelige onderwerpen gaat, zoals de bouw van een azc. Het is zeer de vraag of het dan lukt de tegenstand weg te nemen.’
Zaak is dat de gemeente vooraf de juiste verwachtingen schept, betoogt Fredriks. ‘Niet in alle plannen wordt de input van inwoners meegenomen. Daar moet je wel helder over zijn aan de voorkant.’
Omgevingswet
Wat het onder de Omgevingswet lastig maakt, aldus Fredriks, is dat de participatie en de verantwoordelijkheid hiervoor bij de initiatiefnemers wordt gelegd. ‘Het is niet mogelijk om vooraf als college of raad mee te geven welke inspanningen de initiatiefnemer op dat vlak moet doen. Maar soms zet het belanghebbenden lijnrecht tegenover elkaar. We moeten een kritische raad zijn en er veel scherper op zijn dat het participatieproces is geborgd. Als we dat niet doen wordt het gezag van de raad onder inwoners uitgehold, en dat zou voor een goed functionerende lokale democratie onwenselijk zijn. Al blijft het lastig om met alle belangen rekening te houden. Niet elke inwoner kan gelijk krijgen. Je kunt onmogelijk naar 100 procent draagvlak toewerken.’
Eerder
Participatieprocessen zouden volgens Fredriks veel eerder moeten starten, nog voordat er ook maar een schets ligt van een ontwikkelingsplan. ‘Als je dan zoveel mogelijk omwonenden erbij haalt, kom je ook de mensen tegen die zo’n ontwikkeling helemaal niet slecht vinden en het bovendien leuk vinden om mee te denken over het latere plan. Omarm ook eens de andere kant. Ik verwacht dat je de tegenstand dan veel beter kunt opvangen.’
De huidige praktijk schiet tekort, vindt Fredriks. ‘Eerst worden de plannen gesmeed en daarna komen de inwoners er met een participatietraject aan te pas. Dan creëer je al snel het gevoel dat ze alleen nog maar een vinkje kunnen zetten of hooguit minimale aanpassingen kunnen doen aan zo’n plan. Ik snap heel goed dat ze zich niet serieus genomen voelen.’
In gang zetten
De raad kan zo’n vroegtijdig participatieproces in gang zetten. ‘We gaan over onze eigen agenda. Dat vergeten we nog te vaak,’ zegt Fredriks, zelf raadslid in Apeldoorn. Vanwege de tekorten die vanaf 2026 op de Gelderse gemeente afkomen, gaan college en raad met inwoners, bedrijven, verenigingen en andere organisaties het gesprek aan om te zien of er in het huidige beleid besparingskansen liggen. ‘Dat doen we voordat we besluiten nemen. We hebben hier vorig jaar in de raad over een motie aangenomen. Waarom zou je dat voor ruimtelijke ontwikkelingsprojecten ook niet kunnen doen? We moeten veel meer aandacht vragen voor participatie.’
c.a. sijbesma says
Interessant interview met mevr. Fredriks, vooral het punt dat veel gemeenten pas met participatie beginnen als de plannen zo ver zijn dat er nauwelijk meer iets te participeren valt: alle er toe doende keuzes staan al vast.
Mijn vraag:
Heeft Apeldoorn een participatieverordening waarin de participatie vanaf het moment van initiatief, “nog voordat er ook maar een schets ligt van een ontwikkelingsplan” is opgenomen, of kent zij ofanderen andere gemeenten die dat gedaan hebben?
Ik zal niet de enige lezer zijn die dit graag zou weten voor de eigen gemeente.