Wijkverpleegkundigen moeten beter onderbouwen wat zij doen en daar op afgerekend worden, dat vindt Henk Rosendal, lector Wijkzorg bij Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam.
De transitie biedt volgens Rosendal de mogelijkheid om steviger in te zetten op preventie. ‘Wijkverpleegkundigen moeten niet alleen een rondje fietsen in de wijk, maar concreet in beeld hebben wat er speelt op het gebied van omgeving, wonen en leefstijl van de mensen in een wijk. Waar lopen deze mensen tegen aan? Maak daar concrete plannen voor en laat je daar op afrekenen.’
Rosendal ziet dat gemeenten nog erg aan het zoeken zijn om invulling te geven aan de transities. ‘We zitten nog midden in de overgangsperiode, dan kan je ook niet verwachten dat alles goed gaat.’ Toch gaat het lang niet zo slecht als het soms lijkt. ‘Waar ik heb kunnen kijken, verloopt het grootste gedeelte goed. Neem de gemeente Apeldoorn. Zij hadden geen ervaring met zichtbare schakel verpleegkundigen en moesten vanaf nul de wijkverpleegkundige S1-zorg opzetten. Zorgaanbieders zijn in overleg getreden met de gemeente. De S1-wijkverpleging is toegewezen aan een paar partijen. Daar gaat het voor 99 procent goed.’
Staatssecretaris Van Rijn waarschuwde recentelijk in antwoorden op Kamervragen over ‘onbedoelde neveneffecten door de knip van S1 en S2’. Hij doelt op het ontstaan van verpleegkundigen die zich alleen bezigen met één van beide de segmenten. Ook Rosendal vindt dat S1 en S2 gecombineerd moeten blijven. ‘Inhoudelijk gezien is de knip niet wenselijk. Onze gezondheid wordt maar voor een klein deel bepaald door zorg. Veel belangrijker zijn andere factoren, zoals leefstijl en omgeving. Echte gezondheidswinst is te behalen door preventie op die gebieden. De harde knip zorgt ervoor dat verpleegkundigen het overkoepelende zicht op de wijk verliezen. Als we dat kwijtraken zijn we weer terug bij het oude systeem dat is gericht op zorg en verrichtingen.’
Bekostiging
Rosendal benadrukt dat juist de resultaatgerichtheid binnen S1 als S2 belangrijk is voor de bekostiging in de wijkverpleegkundige zorg. ‘Met onderbouwde diagnostiek kunnen we interventies en gewenste resultaten bepalen. Zorgaanbieders moeten vertrouwen opbouwen bij zorgverzekeraars en gemeenten door hun handelen te baseren op wetenschappelijk onderbouwde methodes. Het is daarom belangrijk dat wijkverpleegkundigen transparant werken. Zij moeten laten zien wat ze doen, op basis waarvan, en wat dat oplevert. Toch houdt een aantal aanbieders angstvallig vast aan de oude situatie, maar die tijd is voorbij. Dat zullen zij uiteindelijk merken bij de zorgcontractering.’
Nieuwe wijkverpleegkundigen
Op de Hogeschool Rotterdam, waar Rosendal lector is, krijgen studenten te maken met betere programma’s die gericht zijn op wijkverpleegkundigen. ‘Alles wordt nu herzien. Preventie, public health en onderbouwing van handelen krijgt veel meer aandacht. Ook indiceren staat nadrukkelijk op de agenda. Het is nog onzeker of dit nieuwe onderwijsprogramma voldoende aansluit bij de nieuwe rol van de wijkverpleegkundige.. Wijkverpleegkundigen van nu zouden zich vooral moeten afvragen waar ze op willen worden afgerekend: voldoende verrichtingen of resultaat van zorg?
Geef een reactie