Gemeenten moeten gewoon de marktconforme prijs betalen voor vastgoed dat het Rijk niet meer nodig heeft.
Als het Rijk kantoren, kazernes, gevangenissen of terreinen niet meer nodig heeft, moeten gemeenten en provincies samen met het Rijk kijken naar nieuwe bestemmingen die maatschappelijk nuttig zijn. Maar de prijs voor dat nieuwe gebruik moet wel gewoon betaald worden. Het Rijk geeft geen panden of kavels gratis of voor minder geld weg als verkapte subsidie voor maatschappelijk nuttige functies.
Die kanttekening plaatst minister Blok (Wonen en Rijksdienst) bij de adviezen van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) en het College van Rijksadviseurs (CRa). De volledige reactie van het kabinet op de adviezen komt volgend jaar.
Blok steunt de gedachte dat er goede samenwerking moet zijn tussen het Rijk, provincies en gemeenten. Met Zwolle en Den Haag zijn al afspraken gemaakt over het zoeken naar nieuwe bestemmingen voor vrijkomende panden. In januari maakt de minister ook afspraken met de gemeente Lelystad en de provincie Flevoland.
Marktconforme prijs
Gemeenten, provincies en waterschappen hebben het eerste recht van koop als er een gebouw van het Rijk vrij komt. Zij kunnen zo’n pand dan voor eigen gebruik kopen tegen een marktconforme prijs die door taxateurs is vastgesteld. Daardoor is er geen oneerlijke concurrentie op de vastgoedmarkt. Gemeenten kunnen een pand ook kopen en doorverkopen aan een instelling met een maatschappelijk doel.
Bestemmingsplan
Als een gemeente geen belangstelling heeft, gaat een vrijkomend Rijkspand in de verkoop. Iedereen kan dan een bod doen. Zo krijgt iedereen een faire kans en krijgt het Rijk de hoogst mogelijke opbrengst. Rijkspanden zijn immers oorspronkelijk betaald met belastinggeld.
Gemeenten houden via het bestemmingsplan wel invloed op wat er met een pand of terrein kan gebeuren. Zo kunnen ze bepalen of een kazerneterrein, kantoor of gevangenis kan worden omgebouwd tot appartementen, een woonwijk, studentenhuisvesting, bedrijfsruimte, horeca of een mix daarvan. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft daar meestal overleg over met de betrokken gemeente voordat een pand of terrein in de verkoop komt. Potentiële kopers weten daardoor vooraf wat ze met een pand of terrein kunnen doen.
Geef een reactie