Zes Rotterdamse organisaties beginnen een proef om kwetsbare Rotterdammers in opvanginstellingen vaker te laten sporten.
Het gaat onder meer om vrouwen uit de vrouwenopvang, dak- en thuislozen, tienermoeders en mensen met geestelijke gezondheidsproblemen. Als de proef een succes blijkt, moet hij landelijke navolging krijgen. Dat hebben projectleiders Karen van Brunschot en Eelco Derks laten weten. Ze verwachten dat enkele honderden mensen in opvanginstellingen door de proef regelmatig gaan sporten.
Kennis
In opvanginstellingen wordt volgens beiden wel gesport, maar dat is veelal incidenteel. 'Als er toevallig een medewerker is die les kan geven en toevallig tijd heeft en er toevallig een accommodatie is, dan wordt er gesport', aldus Derks. Dat moet met de proef anders, doordat de partijen gezamenlijk een sportprogramma gaan opstellen en kennis ontwikkelen.
Van Brunschot meent dat sporten deze groep er weer bovenop kan helpen. 'Het gaat vooral om mensen die een heel laag zelfbeeld hebben door alles wat ze hebben meegemaakt. Ze hebben behoorlijk wat deuken opgelopen en moeten aan hun zelfvertrouwen werken.' Sport en bewegen zorgen voor sociale contacten en 'de mensen kunnen door te sporten ervaren dat ze meer kunnen dan ze zelf denken'.
Gereedschapskist
De partijen in Rotterdam ondertekenen zaterdag de gemaakte afspraken over het langdurig sporten in de opvanginstellingen. Het gaat onder meer om Rotterdam Sportsupport, Pameijer, het Leger des Heils en het Centrum voor Dienstverlening. Van Brunschot en Derks hopen met deze partijen in Rotterdam een soort gereedschapskist te ontwikkelen waarmee het project landelijk kan worden uitgerold.
Geef een reactie