“Als we in de uitvoering onze krachten bundelen, dan kunnen we als gemeenten beter aan die verwachtingen voldoen.”
- Door: Marieke Vos
Gemeenten gaan vergaand samenwerken in de uitvoering, zo besloten ze op de recente algemene ledenvergadering van de VNG. De Gemeentelijke Gemeenschappelijke Infrastructuur (GGI) legt daarvoor een basis. “Wàt we als gemeenten doen blijft verschillen, want dat is een lokale en politieke vraag. Hóe we ons werk doen, wordt veel eenduidiger”, zegt Arjen Gerritsen, burgemeester van Almelo.
Gerritsen is een warm pleitbezorger van meer samenwerking in de gemeentelijke uitvoering. Als lid van de VNG-commissie Dienstverlening en Informatiebeleid ziet hij de noodzaak tot samenwerken, al was het maar omdat gemeenten in de markt sterker staan als zij hun vraag bundelen. “Ik ben buitengewoon tevreden dat het voorstel voor de werkwijze Samen Organiseren nu is aangenomen. Het is een signaal dat gemeenten echt voelen dat we moeten samenwerken. De samenleving verandert en mensen verlangen van de overheid eenvormigheid, snelheid en doeltreffendheid. Als we in de uitvoering onze krachten bundelen, dan kunnen we als gemeenten beter aan die verwachtingen voldoen.”
Samenwerken in de uitvoering
Met Samen Organiseren wordt er op VNG-niveau een structuur neergezet die deze samenwerking gaat ondersteunen. Er komt een College van Dienstverleningszaken dat het VNG-bestuur gaat adviseren over standaarden, de mate waarin deze algemeen bindend worden en het tempo van invoering ervan. Voor de gezamenlijke gemeentelijke uitvoering wordt een apart Fonds Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering opgericht waaruit alle gezamenlijke activiteiten worden bekostigd. De Taskforce Samen Organiseren, die onder meer bestaat uit gemeentesecretarissen en vertegenwoordigers van verenigingen en ketenpartners, gaat aan de slag om projecten en werkwijzen te selecteren die voor veel of zelfs alle gemeenten geschikt zijn. Gerritsen: “Het adagium is en blijft dat we dit als gemeenten samen doen. Dat we inzien dat we bepaalde dingen die in elke gemeente hetzelfde zijn op dezelfde manier gaan uitvoeren. Zoals de taken die we in medebewind uitvoeren en de werkprocessen achter het sociaal domein en het omgevingsrecht. Een ander voorbeeld is de digitale aangifte overlijden, een product dat binnen Samen Organiseren als één van de eerste wordt opgepakt.”
Arjen Gerritsen benadrukt dat verschillen zullen blijven bestaan: “Samen Organiseren laat ruimte voor lokale verschillen. Dat zijn de politieke keuzes die elke gemeente voor zich maakt. Door veel meer samen te werken in de uitvoering, in hóe we het doen, maken we geld en tijd vrij om ons als gemeente veel meer op het lokale te richten. We hoeven ons dan immers niet meer ieder voor zich bezig te houden met bijvoorbeeld IT-aanbestedingen en contractbeheer.”
Gemeentecloud
Dat gemeenten samenwerken in de uitvoering is niet nieuw. Er bestaan tal van regionale samenwerkingsverbanden. Gemeenten besloten eerder al tot gezamenlijke actie in bijvoorbeeld gezamenlijke inkoop en andere projecten die vallen onder het programma Digitale Agenda 2020 van VNG en KING. Deze projecten gaan werken als een soort vliegwiel voor Samen Organiseren. Zoals de GGI: Gemeentelijke Gemeenschappelijke Infrastructuur. Deze bestaat uit een aantal onderdelen, die stapsgewijs worden ontwikkeld en waarvan een aantal inmiddels concreet wordt uitgewerkt. Zoals de gezamenlijke inkoop van een beveiligd gemeentelijk datanetwerk. En govroam, een voorziening waarmee elke ambtenaar automatisch een veilige dataconnectie via wifi heeft, ongeacht de gemeente waar hij of zij is. Het is de bedoeling dat de GGI uitgroeit tot een gemeentecloud, een digitale infrastructuur die gemeenten toegang biedt tot landelijke voorzieningen en toepassingen van leveranciers. Gemeenten kunnen deze toepassingen dan via de GGI gebruiken, wat betekent dat deze aan de gemeentelijke standaarden, beveiligings- en andere ICT-kwaliteitseisen van gemeenten voldoen omdat deze anders niet tot de GGI worden toegelaten. Dat zal niet alleen het uitwisselen van gegevens gemakkelijker, maar ook betrouwbaarder en veiliger maken.
Onder de motorkap
“Je kunt de GGI en de gemeentelijke uitvoering vergelijken met een auto. De bodemplaat en wat er onder de motorkap ligt, is standaard en voldoet aan allerlei industriële standaarden en veiligheid- en milieueisen. De opties en de kleur van de auto en waar die rijdt worden lokaal bepaald, door gemeenteraad en college”, zegt Gerritsen. Hij trekt de vergelijking door: “Wat standaard is, kan in de loop van de tijd worden uitgebreid. Als we bijvoorbeeld als gemeenten op een gegeven moment vinden dat we allemaal een zelfde navigatiesysteem nodig hebben, dan kiezen we daar een standaardoplossing voor en dat wordt dan een onderdeel van de GGI.” De stapsgewijze uitbreiding van de GGI past bij de keuze die gemeenten maken met Samen Organiseren. Gerritsen: “We gaan beginnen met dat wat al voorhanden is, zoals digitale aangifte overlijden, infrastructurele onderdelen van de GGI en de gezamenlijke inkoopvoorwaarden GIBIT. Daarmee halen we Samen Organiseren zo snel mogelijk uit de abstractie en laten we zien wat we als gemeenten kunnen doen als we onze krachten bundelen.”
H. van Berkel says
Eindelijk, eindelijk is het idee aan het dagen dat bestuurlijke identiteit en zelfstandigheid een doelmatig en doeltreffend organiseren en inrichten van de uitvoeringspraktijk niet in de weg hoeven te staan. Veel te lang heeft de vrees voor de aantasting van de gemeentelijke autonomie binnen de VNG de boventoon gevoerd.
Ga zo door, met overtuiging en elan en met voortvarendheid!
fein says
Je hebt niets aan een standaard motor en bodemplaat wanneer straks de gewenste unieke kleur of de navigatie met specifieke functies niet te leveren zijn. College én de raad moeten zich vooral niet bekommeren om de kleur. Zij krijgen een standaard dienstauto met een ervaren chauffeur toegewezen om van a naar b te worden gebracht . Op de hier voorgestelde manier gaan er “opnieuw” 390 eigen kleurtjes ontworpen worden, waardoor standaardisatie en voorspelbaarheid van ICT kosten wederom als sneeuw voor de zon verdwijnen. Inmiddels gaat of is elke gemeente (op eigen houtje) naar Estland afgereisd om te kijken hoe het toch kan dat zij standaardisering voor elkaar hebben gekregen waardoor dienstverlening en informatiebeveiliging wél werken. Nou niet door elk college / raad zelf te laten bepalen hoe zij precies met hun ict willen gaan werken. Maar hoe dan wel? Je krijgt als gemeente van het rijk toegang tot de 6 (of minder) datacenters waar alle standaard systemen en applicaties draaien tbv van kantoorautomatisering en dienstverlening, waarbij je als gemeente alle ondersteuning krijgt bij aansluiting en gebruik. En daar doe je het als gemeente maar fijn mee. Net als in Estland. “Alle kleuren zijn mogelijk zolang het maar zwart is. “