In de regio Amersfoort is gezocht naar acties voor het stimuleren van de woningbouw. “We kiezen het wiel dat het beste werkt.”
Als aanvoerder van een pilot om de woningbouw regionaal te programmeren, in het kader van de Actieagenda Bouw van het ministerie van Wonen, zit de Bunschotense burgemeester Melis van de Groep aan tafel met wethouders van regiogemeenten en marktpartijen om te zien of zij door onderlinge afstemming de pijn van economisch treurige tijden kunnen verzachten. Het antwoord is: deels. In de regio is best winst te halen, maar bewegingen op de woningmarkt doen zich lokaler voor dan gedacht.
“Kunnen wij als gemeenten het verschil maken?” Dat is de hoofdvraag, zegt Van de Groep. “We kijken ook of we als regio aantrekkelijker kunnen zijn door te bepalen wat en voor wie je bouwt, want meer dan ooit moet de vraag leidend zijn.”
Ook Van de Groep zelf was enigszins verbaasd over de resultaten van een recent verschenen onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw naar de woningmarkt in de regio Amersfoort. “De huizenmarkt is vooral de opsomming van lokale problematiek”, was een conclusie. “Mensen verhuizen veel binnen hun gemeente, of ze kiezen voor een heel andere regio.”
Faseren
Op de korte termijn is weinig winst te halen uit regionale afstemming van woningbouwprojecten. Op gemeentelijk niveau is het een ander verhaal, zegt de burgemeester. Het aanbod is nog te groot en er is vaak juist binnen de gemeentegrenzen concurrentie van projecten. Een oplossing: het faseren van bouwprojecten. “Daar zit dan wel een spanning als het gaat om de rente die je als gemeente betaalt voor de grond”, is de kanttekening. “Je moet dus wel het evenwicht vinden tussen het faseren van projecten en de kosten.”
Dat brengt Van de Groep bij de tweede mogelijkheid om de woningbouw te helpen: het afwaarderen van grond. Zo kon de eerste fase van het nieuwbouwproject Zuyderzee in Spakenburg van de grond komen, met een korting van tien procent op de huizen. “Het afwaarderen zorgt ervoor dat er gebouwd en verkocht wordt. Anders gebeurt er niets.”
Dan is er nog de mogelijkheid om kopers financieel op weg te helpen, bijvoorbeeld door het verlenen van een starterslening. Zoals wel vaker hebben veel gemeenten echter hun eigen variant van de lening. “Er zijn legio verschillende stimuleringsmaatregelen”, weet de burgemeester die hier wel een rol ziet voor regionale afstemming. “Welke maatregel is te prefereren? Als we dat weten, kiezen we het wiel dat het beste werkt.”
Regio
Door de pilot en het onderzoek ziet Van de Groep nog twee kansen voor overleg in de regio. “Het zou goed zijn om de kennis bij elkaar te brengen. Het is momenteel nog te versnipperd. Voor dit onderwerp zou er een expertisecentrum moeten zijn.” Een dergelijk centrum zou juist de woonpreferenties in kaart moeten brengen.
De tweede uitdaging is het stimuleren van het sociale huuraanbod. De regio wil samen met de woningbouwcorporaties in beeld graag brengen wat de vraag en het voorziene aanbod aan sociale huurwoningen is. De vraag voor de lange termijn is ook niet alleen hoeveel woningen nodig zijn, maar ook wat voor soort huizen het beste zijn en tegen welke prijs ze in de markt worden gezet.
Acties
Een paar gemeenten die meedoen aan de pilot hebben alvast wat acties in gang gezet. Amersfoort kiest bijvoorbeeld voor het temporiseren van plannen en het aanpassen van de vraagprijs voor grond. Barneveld doet aan prijsverlaging, koopappartementen zijn omgezet naar de markt voor sociale huur en vrijstaande woningen zijn tweekappers geworden. Soest is soepeler omgesprongen met de volkshuisvestelijke norm voor betaalbare huizen.
Bunschoten werkt aan de aantrekkelijkheid van het openbaar gebied en doet aan citymarketing. Ook is dus gekozen voor prijsverlaging en voor gratis uitbouw, waardoor een woonkamer wordt vergroot. Dit, volgens de burgemeester: “Omdat Spakenburgers daar gek op zijn.”
Het rapport over de regionale afstemming is hier te vinden >>
Geef een reactie