Het Veiligheidsberaad drong tijdens een deskundigenbijeenkomst in de Eerste Kamer sterk aan op invoering van de spreidingswet. De wet, waarin gemeenten gedwongen kunnen worden asielopvang te verstrekken, is op 10 oktober aangenomen door de Tweede Kamer. Naar verwachting wordt het wetsvoorstel op 18 of 19 december plenair in de Eerste Kamer behandeld.
Het Wetsvoorstel gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen, in de volksmond de spreidingswet, moet verandering brengen in de asielopvangsituatie. Nu is het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) afhankelijk van de vrijwillige medewerking van gemeenten. Het wetsvoorstel geeft gemeenten een wettelijke taak. ‘Het kabinet beoogt hiermee een stabiel en robuust stelsel te creëren door een evenwichtigere verdeling van asielzoekers over alle gemeenten te regelen,’ zo staat in het voorstel.
Lange adem
Na de val van het kabinet deze zomer dreigde de spreidingswet controversieel te worden verklaard. Dat gebeurde niet, tot opluchting van zowel het COA, VluchtelingenWerk Nederland als de VNG. De Tweede Kamer nam het wetsvoorstel vervolgens aan met 88 tegen 61 stemmen. De SGP probeerde daarna nog een meerderheid te vinden voor het controversieel verklaren van het wetsvoorstel door de Eerste Kamer. Ook dat ging niet door. Dat maakte de weg vrij voor de senaat afgelopen dinsdag een bijeenkomst te organiseren met deskundigen, waaronder het Veiligheidsberaad.
Niet voor reguliere opvang
‘De kracht van de veiligheidsregio’s is om in tijden van crisis snel hulp te bieden aan mensen in nood,’ zei plaatsvervangend voorzitter Ton Heerts van het Veiligheidsberaad tijdens de bijeenkomst. ‘Om die reden konden veiligheidsregio’s kort na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne snel opvangplekken organiseren.’ Heerts verwoordde de inbreng van het Veiligheidsberaad namens voorzitter Wouter Kolff.
Later deed het kabinet een beroep op het Veiligheidsberaad om ook opvangplekken voor asielzoekers te realiseren. ‘Dat verzoek was ongebruikelijk, want het betrof de reguliere asielopvang. Dat behoort uiteraard niet tot kerntaken van veiligheidsregio’s, namelijk brandweerzorg en risico- en crisisbeheersing. Maar uit humaan oogpunt besloten ze toch om het Rijk te helpen’. Sindsdien is er volgens Kolff hard gewerkt door medewerkers van veiligheidsregio’s en gemeenten om opvangplekken te bieden.
Verantwoordelijkheid ligt bij het Rijk
Inmiddels heeft het Veiligheidsberaad haar coördinerende rol in de asielopvang overgedragen aan de Landelijke Regietafel en Provinciale Regietafels. Toch zijn vele veiligheidsregio’s nog steeds betrokken bij het organiseren van crisisnoodopvang, want het tekort aan opvangplekken is er nog. ‘Deze situatie duurt nu al anderhalf jaar. Crisisnoodopvang is per definitie tijdelijk. Het is absoluut onwenselijk om asielzoekers lange tijd op te vangen in dergelijke opvangvoorzieningen. Veiligheidsregio’s doen hun best om zo goed mogelijke opvang te bieden, maar de enige oplossing is om de reguliere asielopvang op orde te brengen. Die verantwoordelijkheid ligt bij het Rijk, en hier kan niet langer mee gewacht worden’, aldus Kolff.
Spreidingswet onderdeel structurele oplossing
Het Veiligheidsberaad heeft volgens de voorzitter voortdurend aangegeven dat zij bereid is hulp te bieden, mits het Rijk op korte termijn met een structurele oplossing komt voor het tekort aan opvangplekken. Kolff: ‘Wij zien als Veiligheidsberaad dat er nu onvoldoende doorzettingsmacht is om opvangplekken te realiseren. Voorliggende wet voorziet daarin, en is daarom cruciaal onderdeel van een structurele oplossing voor de vastgelopen asielketen.’
In de spreidingswet zit formeel geen rol voor de veiligheidsregio’s. ‘Voorop staat dat er met deze wet een effectief instrument komt. Nederland moet zo snel mogelijk uit de opvangcrisis komen en blijven.’
Onzekere uitkomst
Het is nog lang niet zeker of de spreidingswet door de Eerste Kamer komt. De vierkoppige BBB-fractie stemde tegen in de Tweede Kamer. Dat was daar niet van doorslaggevende invloed op het eindresultaat. In de Eerste Kamer ligt het anders, omdat de BBB in de senaat 16 zetels heeft. Naar het zich nu laat aanzien zullen 37 senatoren tegen stemmen en 36 voor. Het standpunt van 50Plus en OPNL, de twee overige senatoren, kan daarmee straks doorslaggevend zijn.
Geef een reactie