Het kabinet past het wetsvoorstel voor de landelijke spreiding van asielzoekers nauwelijks aan, ondanks scherpe kritiek van de Raad van State en gemeenten. ‘Onbegrijpelijk’ vindt de lokale lobby het indienen van de plannen in ‘vrijwel ongewijzigde vorm’.
Vrijdag besloot de ministerraad het voorstel naar de Tweede Kamer te sturen. ‘Daarmee legt het kabinet de dringende adviezen om de wet uitvoerbaar te maken naast zich neer,’ reageert de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De belangenkoepel sloot zich eerder aan bij kritiek van de Raad van State en waarschuwt voor een ‘onuitvoerbare en ineffectieve Spreidingswet’.
‘Totaal niet gezamenlijk’
Rutger Groot Wassink, voorzitter van de Tijdelijke VNG-commissie Asiel en Migratie: ‘Vooral op dit onderwerp benadrukt het kabinet continu nut en noodzaak om hier gezamenlijk de schouders onder te zetten. Dat zien we hier dus totaal niet terug. Op deze manier bestaat het grote risico dat de wet niet gaat werken en zorgt voor nog meer verlies aan vertrouwen bij inwoners.’
Grote vertraging
Het wetsvoorstel van staatssecretaris Van der Burg (Asiel) kwam tot stand na lang discussiëren binnen de coalitie en met grote vertraging. Om die reden zou hij nu niet meer bereid zijn tot serieuze aanpassing van het eerder gedeelde conceptvoorstel. De wet zou pas op 1 januari 2024 kunnen ingaan, een jaar later dan aanvankelijk gepland.
Advies RvS
Volgens de Raad van State was het kabinetsvoorstel te ingewikkeld, moeilijk uitvoerbaar en te vaag. Er mankeerde zoveel aan dat Van der Burg een uitgebreide reactie moest formuleren. Ook de staatssecretaris erkent dat ‘de Raad van State een pittig advies heeft neergelegd,’ zei hij anderhalve week geleden. Daarom heeft hij zes weken over een reactie gedaan, zonder afspraken tussen de coalitiepartijen open te breken.
Dilemma
Hubert Bruls, tot afgelopen maandag voorzitter van het Veiligheidsberaad, snapt die keuze wel, zegt hij. ‘Het was een dilemma. Hij heeft nu de coalitie achter zich en dat moet hij maar afwachten als de wet ingrijpend gewijzigd zou worden. Het is een ingewikkeld verhaal met die wet, maar beter een complexe wet dan helemaal geen spreidingswet.’
Bruls hoopt dat de spreidingswet zoals die er nu ligt door de Eerste Kamer komt, gezien de grote politieke verschuiving die daar op handen is bij de senaatsverkiezingen, eind mei. ‘Als de staatssecretaris denkt dat hij de wet nog voor die verkiezing door de Eerste Kamer kan krijgen lijkt mij dat een ambitieus plan.’
Dat de wet pas in 2024 zal ingaan is voor het Veiligheidsberaad geen verrassing meer, zegt Bruls. ‘De staatssecretaris had dat al vaker gezegd. De doorloop van zo’n wet kost nu eenmaal tijd’.
Gemankeerde wet
Binnen de coalitie zijn grote meningsverschillen over de aanpak van de problematiek. VVD en CDA benadrukken steeds dat de instroom van asielzoekers omlaag moet. D66 en ChristenUnie vragen zich af of dat realistisch is en vragen om een oplossing voor de grote problemen die er nu al zijn met de opvangcapaciteit in Nederland.
D66 beschouwt het voorstel waar het kabinet eerder mee kwam dan ook als een ‘gemankeerde wet’, maar ten minste wel een compromis waar alle partijen mee door kunnen, zo zeggen bronnen.
Gemiste kans
VluchtelingenWerk Nederland noemt de huidige wet een gemiste kans om heldere afspraken te maken over de verantwoordelijkheid voor de opvang van vluchtelingen. Een woordvoerder: ‘De richting van de wet was goed: elke gemeente die medeverantwoordelijkheid draagt voor de opvang van vluchtelingen. Maar zoals ook de Raad van State heeft aangegeven, is de wet nodeloos ingewikkeld en is het maar de vraag of deze in deze vorm voldoende gaat werken.’
Volgens hem staat in de wet een ‘hele ingewikkelde verdeling van verantwoordelijkheden en bonussystematiek en ook prikkels, waarbij het niet duidelijk is wie nou verantwoordelijk is en wat het uiteindelijk oplevert’. Verder wordt nog lang uitgegaan van vrijwilligheid, ‘maar we zien inmiddels wel dat dat niet werkt’.
Jannie says
Verbaast u niet, verwondert u slechts; Den Haag heeft tegenwoordig de gewoonte om als het veel werk is dit aan de gemeenten te laten. Of het nu wel of niet tot het takenpakket van gemeenten behoort.