Den Haag en Rotterdam willen arbeidsmigranten uit onder meer Roemenië en Bulgarije straks niet zonder meer toelaten.
Ze zijn bang voor extra overlast en willen eerst zeker weten dat nieuwkomers een baan en goede huisvesting hebben. Dat schrijven ze in een brief aan minister Ronald Plasterk. Op 1 januari gaan de grenzen open voor de EU-lidstaten Roemenië en Bulgarije en is vrij verkeer van personen en goederen mogelijk.
”We willen de werkwijze omdraaien: eerst controleren en dan pas een burgerservicenummer (BSN) afgeven”, aldus de Rotterdamse wethouder Hamit Karakus van Wonen.
Niet de mensen zelf, maar de situatie waarin ze verkeren zorgt volgens hem voor overlast. Heeft een arbeidsmigrant (nog) geen werk, dan kan zo iemand in bepaalde wijken van de stad niet wonen, vindt Karakus.
Reactie Asscher
Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken zegt in een reactie dat gemeenten op basis van Europese regels verplicht zijn een BSN te verstrekken aan migranten. Het weigeren daarvan is bovendien nadelig voor de migranten. Zij worden dan getroffen, en niet de huisjesmelkers en/of de malafide werkgevers.
Asscher noemt het ”goed dat steden maatregelen nemen om de komst van Bulgaren en Roemenen in goede banen te leiden”, maar denkt dat de voorstellen van Rotterdam en Den Haag niet de juiste manier zijn. ”Bulgaren en Roemenen moeten worden ondersteund als ze uitgebuit worden en bestraft als ze overlast veroorzaken.”
Om woonoverlast tegen te gaan en de registratie te verbeteren hebben Rijk en gemeenten gezamenlijk al diverse maatregelen genomen, laat Asscher weten.
BSN-nummer
Per 6 januari worden arbeidsmigranten die korter dan vier maanden in Nederland verblijven ingeschreven in het Register Niet-ingezetenen en zij krijgen zodoende een BSN-nummer. Het verstrekken van een BSN-nummer aan arbeidsmigranten zorgt er volgens de minister juist voor dat de gemeenten beter zicht krijgen op deze groep. Ook moeten arbeidsmigranten die hier kort verblijven daardoor belasting betalen.
In een interview met NRC Handelsblad onderstreept Asscher maandag dat hij Roemeense en Bulgaarse arbeidsmigranten liever niet had toegelaten per 1 januari. De minister vreest dat er meer naar Nederland komen dan verwacht. Dat was eerder bij de komst van Polen en andere Oost-Europeanen ook het geval, zegt hij.
Vorige week vroegen PVV en SP in de Tweede Kamer nog om voor Roemeense en Bulgaarse werknemers vast te houden aan het systeem van tewerkstellingsvergunningen. Deze motie werd echter verworpen.
Geef een reactie