Voor 2013 verwachten de Nederlandse gemeenten gezamenlijk uit te komen op een tekort van 2,4 miljard euro. Ook de provincies en waterschappen staan er financieel slecht voor.
De provincies en waterschappen gaan uit van een negatief saldo van respectievelijk 1,2 miljard en 0,5 miljard euro. Hiermee bedraagt het totale verwachte tekort van de decentrale overheden 4,1 miljard euro. Dit ligt ruim boven de overeengekomen norm.
Verwachte tekorten overschrijden norm
Overheden binnen de Europese Unie zijn gebonden aan begrotingsafspraken. De norm is dat het tekort van de hele overheid niet groter mag zijn dan 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Uitgaande van deze 3 procentnorm zijn in Nederland het Rijk, de gemeenten, de provincies en de waterschappen een maximaal tekort voor de decentrale overheden over 2013 overeengekomen van 0,5 procent van het bbp. Dit komt neer op 3,1 miljard euro. Het tekort van 4,1 miljard dat decentrale overheden voor dit jaar verwachten, ligt hier beduidend boven.
Tekort gemeenten
De gemeenten verwachten dit jaar het grootste tekort: 2,4 miljard euro. Dat is 40 miljoen euro meer dan het overeengekomen maximum voor alle gemeenten gezamenlijk. De provincies overschrijden hun norm echter het meest. Hun tekort van 1,2 miljard euro ligt 763 miljoen euro boven het voor hen geldende maximum. De waterschappen gaan uit van een negatief saldo van 538 miljoen euro, 227 miljoen meer dan hun norm.
De vier grote steden, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, denken in 2013 samen op een negatief saldo van 580 miljoen euro uit te komen. Ze blijven daarmee net binnen het voor hen geldende maximum van 598 miljoen euro. Ook bij de kleinste gemeenten met minder dan 50 duizend inwoners blijft het totaal verwachte tekort binnen de grenzen. Gemeenten met tussen de 50 duizend en 250 duizend inwoners verwachten bij elkaar juist een tekort dat ver boven hun norm uitkomt.
Geef een reactie