De wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) ter verbetering van de lokale democratie wordt op 1 juli 2022 ingevoerd. In een serie blogs voor deze website loop ik de nieuwe instrumenten langs. De derde blog uit deze serie gaat over de gewijzigde begrotingscyclus.
Termijnen opgerekt
Over de planning- en controlcyclus van gemeenschappelijke regelingen is altijd veel te doen. De een vindt dat er te vroeg in het jaar wordt besloten, de ander meent dat dit juist te laat is. En dan zijn er nog diegenen die vinden dat de raad te weinig invloed heeft. Door de jaren heen vonden dan ook al enkele veranderingen plaats.
Zo werden bij de wijziging van de Wgr van 2015 de ‘kadernota’ en voorlopige jaarrekening geïntroduceerd. De termijn voor raden om zienswijzen in te dienen werd bij dezelfde gelegenheid opgerekt, van zes naar acht weken.
Bij de aanstaande wijziging van de Wgr gaat de cyclus weer op de schop. De termijnen worden opnieuw opgerekt, zoals in onderstaand schema te zien is.
Handeling | Uiterste datum nu | Uiterste datum na wetswijziging |
---|---|---|
Dagelijks bestuur zendt algemene financiële en beleidsmatige uitgangspunten aan raden (art. 34b Wgr) | 15 april Y-1* | 30 april Y-1 |
Dagelijks bestuur zendt ontwerpbegroting aan raden (art. 35 lid 1 Wgr) | 8 weken voor aanbieding aan het algemeen bestuur | 12 weken voor aanbieding aan het algemeen bestuur |
Raden kunnen zienswijzen indienen bij het dagelijks bestuur (art. 35 lid 3 Wgr) | 8 weken na aanbieding door dagelijks bestuur | 12 weken na aanbieding door dagelijks bestuur |
Algemeen bestuur stelt begroting vast (art. 34 lid 1 Wgr) | Y-1 (datum niet nader bepaald) | Y-1 (datum niet nader bepaald) |
Dagelijks bestuur zendt vastgestelde begroting aan gedeputeerde staten (art. 34 lid 2 Wgr) | Binnen 2 weken na vaststelling, maar vóór 1 augustus Y-1 | Binnen 2 weken na vaststelling, maar vóór 15 september Y-1 |
Dagelijks bestuur zendt voorlopige jaarrekening naar gemeenteraden (art. 34b Wgr) | 15 april Y+1 | 30 april Y+1 |
Algemeen bestuur stelt jaarrekening vast (art. 34 lid 3 Wgr) | Y+1 (datum niet nader bepaald) | Y+1 (datum niet nader bepaald) |
Dagelijks bestuur zendt vastgestelde jaarrekening aan gedeputeerde staten (art. 34 lid 4 Wgr) | Binnen 2 weken na vaststelling, maar vóór 15 juli Y+1 | Binnen 2 weken na vaststelling, maar vóór 15 juli Y+1 |
* Y=het begrotingsjaar dat in deze tabel wordt beschreven.
Zienswijzen gemeenteraden
De raad krijgt zo een maand extra om zich te beraden op zienswijzen, misschien zelfs om deze regionaal af te stemmen. Daar kun je haast niet op tegen zijn en ook de regering ziet dit als voordeel. Nieuw is ook dat voortaan verplicht gereageerd moet worden op de zienswijzen van de raad. Dat lijkt me eveneens winst. Een veel gehoorde frustratie onder raadsleden is immers dat er nooit wat gebeurt met hun zienswijzen.
De verplichting om te reageren ligt bij het dagelijks bestuur, om te voorkomen dat het algemeen bestuur over de begroting én over de zienswijzen moet besluiten. Dat zou alleen maar tot vertraging leiden. Het dagelijks bestuur laat aan het algemeen bestuur weten hoe de zienswijzen verwerkt zijn. En geeft hierover dus rechtstreeks terugkoppeling aan de gemeenteraden.
Sigaar uit eigen doos
Nadeel is echter dat de nieuwe termijn van twaalf weken moet worden teruggeteld vanaf het moment dat het dagelijks bestuur de ontwerpbegroting aanbiedt aan het algemeen bestuur. Wanneer het algemeen bestuur de begroting eind augustus of begin september vaststelt, dan moet deze dus grofweg eind mei of begin juni worden aangeboden aan de raden.
De raden hebben dan formeel misschien wel twaalf weken de tijd, maar praktisch gezien toch maar een maand of anderhalf voordat het zomerreces begint. De regering lijkt in de illusie te leven dat men vóór de zomer nog debatteert, en direct ná de zomer tot besluitvorming overgaat.
Wanneer die raden dan met elkaar zouden moeten onderhandelen is mij een raadsel. En vooral ook wanneer het dagelijks bestuur dan nog moet reageren. Raden en gemeenschappelijke regelingen moeten goed met elkaar kijken hoe ze dit proces precies gaan inrichten, gelet op de wettelijke deadlines.
Overgangsrecht
Gelukkig heeft men daar nog een jaar voor zou je denken, maar nee, dat is niet zo. Het bijzondere is dat deze wijzigingen per 1 juli worden doorgevoerd, middenin de huidige begrotingscyclus. De regering heeft toegelicht dat wanneer de zienswijzenprocedure voor 1 juli 2022 is afgerond, de oude wetsbepalingen van toepassing blijven, terwijl men aan de nieuwe termijnen vastzit wanneer de afronding ná 1 juli 2022 plaatsvindt.
Nu zal dat voor de meeste termijnen niet zo problematisch zijn, ze schuiven immers naar achteren. Maar juist voor de termijn van zienswijzen van de gemeenteraad en voor de verplichting hierop te antwoorden, kan het bijzonder krap worden. Hierover lijkt niet goed te zijn nagedacht helaas.
Geef een reactie