De hoogte van onroerende zaakbelasting voor ondernemers verschilt nogal per gemeente. Bedrijven in Sittard-Geleen en Nijmegen zijn het duurst uit; in Breda is de belasting juist het laagst.
Er zijn grote verschillen in de hoogte van de onroerende zaakbelasting voor ondernemers, stelt onderzoeksbureau Panteia, dat de lokale belastingen en heffingen van 38 grote gemeenten in kaart bracht (zie bijlage). De gemeente Sittard-Geleen staat bovenaan de lijst met een tarief van bijna driekwart procent van de Woz-waarde. Dat is ruim tweeënhalf keer zo hoog als het tarief dat het goedkope Breda vraagt.
Dit zijn de tien gemeenten met de hoogste tarieven:
- Sittard-Geleen – 0,74 procent van de Woz-waarde
- Nijmegen – 0,74 procent
- Leiden – 0,73
- Groningen – 0,68
- Enschede – 0,59
- Zoetermeer – 0,58
- Leeuwarden – 0,57
- Arnhem – 0,56
- Lelystad – 0,56
- Haarlemmermeer – 0,54
Dit zijn de tien gemeenten met de laagste tarieven:
- Breda – 0,28 procent van de Woz-waarde
- Eindhoven – 0,32 procent
- Tilburg – 0,32
- Ede – 0,32
- Amsterdam – 0,34
- Alkmaar – 0,36
- Helmond – 0,38
- Den Haag – 0,38
- Haarlem – 0,38
- Heerlen – 0,39
Gemeenten halen ongeveer 10 procent van hun inkomsten uit gemeentelijke belastingen, schrijft het onderzoeksbureau. Sinds 2008 bestaat er geen maximering meer van de ozb-tarieven. Het is een belangrijke reden voor de verschillende tarieven, is de conclusie.
Geef een reactie