Een productieve samenwerking met burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Welke gemeente wil dat niet?
Het betrekken van partijen bij de invulling van het beleid voor gemeenten kan helpen om draagvlak te vinden voor de besluiten en het werk van de lokale overheid. Ook is het mogelijk dat er meer of betere kennis in de samenleving aanwezig is dan binnen de gemeentelijke organisatie.
Toch kan het ook hindermacht opwerpen.
De vraag is dus hoe je dit in goede, constructieve banen leidt en daar kan je boeken over schrijven, natuurlijk. Bestuurskundige Igno Pröpper schreef een van de boeken over het onderwerp: De aanpak van interactief beleid; elke situatie is anders. Uit deze publicatie komen elf vuistregels van deze wijze van beleidsvorming.
Vuistregels:
1) Bereid je goed voor
Ja, logisch. Toch gaat het volgens de auteur vaak al mis bij het begin. Visie. Strategie. Onderschat het niet. “Vaak bestaat de neiging om gewoon maar te beginnen, want dan zou de situatie vanzelf wel duidelijk worden.” En dat is dus meestal niet het geval.
2) Kijk naar de voorwaarden
Elk project kent zijn eigen (juridische) voorwaarden. Hoe meer van die voorwaarden, hoe lastiger het wordt interactief tot nieuw beleid te komen. Participatie is mooi; tegelijkertijd moet het niet leiden tot een hoop teleurstelling. Het advies is voorzichtig te beginnen met een consultatieronde. Deze vuistregel vraagt om nadere uitwerking, die maandag volgt op Gemeente.nu.
3) Zorg ervoor dat de bestuursstijl past bij de beleidssituatie
Het bestuur kan heel interactief aan de slag met partners als voldaan is aan de voorwaarden van interactief beleid. Het is dus zaak deze voorwaarden goed in kaart te hebben. Het kan ook zijn dat ervoor wordt gekozen wel transparant te zijn, maar als bestuur heel duidelijk zelf te beslissen, kan worden gekozen voor een participatieve bestuursstijl. Dit kost dan wel weer tijd en geld. Als dat er niet is, “ligt de niet-interactieve consultatieve stijl meer voor de hand”.
4) Zie interactief beleid niet als doel op zich
“Voordat je het weet, heeft het een hoop geld gekost, zie je er weinig van terug en zijn mensen bovendien teleurgesteld over het effect van hun bijdrage.” De communicatie moet passen bij het doel en de bestuursstijl.
5) Maak het plan van aanpak zichtbaar
Het plan van aanpak moet niet in beton gegoten zijn. Het is een dynamisch verhaal, met ruimte voor de inbreng van anderen.
6) Kies een communicatiestrategie bij het doel
“In de keuze voor een doelstelling ligt ook de keuze voor een communicatiestrategie besloten”, schrijft Pröpper. Ook deze vuistregel vraagt om nadere uitwerking, die morgen volgt op Gemeente.nu.
7) Vernieuw op basis van bestaande kennis
Dit is een vuistregel die wel vaker opgaat: probeer niet telkens opnieuw het wiel uit te vinden. Begin analysen van kwesties met een groot aantal vragen. De hoofdvraag? Welke informatie is al beschikbaar.
8) Wees integer
Ja, ook weer logisch. Toch is de verleiding vaak groot om vaag te blijven over zaken die je als gemeente niet uit de doeken kunt doen. Communiceer hierover “zonder terughoudend en vooraf”, en laat het dan gaan om af te bakenen stappen in het beleidsproces.
9) Overbrug werelden door communicatie
Communiceer op het niveau van je gesprekspartners en pas op voor ambtelijk jargon.
10) Herhaling helpt je verder
Als dat nodig is, kan het geen kwaad om de uitgangspunten, rolverdeling en afspraken te herhalen. Dat geeft duidelijkheid.
11) Wees bescheiden bij weinig capaciteit
“Houd zelf de regie”, is het advies. Het inhuren van capaciteit is volgens de auteur niet voldoende als compensatie voor het gemis.
Zoals gezegd volgen morgen en maandag de uitwerkingen van vuistregels 2 en 6.
Geef een reactie