“Het is tijd voor een herziening die het eenvoudiger maakt om steden, dorpen en landelijk gebied vitaal en betaalbaar te houden”, zei voorzitter Annemarie Jorritsma van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).
Dit tijdens een bestuurlijke top over de herziening van het omgevingsrecht, met minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Ruimte en gemeentebestuurders. Daarvoor zijn dan wel acht voorwaarden nodig:
- Leg het ruimtelijk primaat ook in de toekomst bij gemeenten. Handhaaf het principe decentraal tenzij; provinciale regeldruk moet zo klein mogelijk worden gehouden. De Wro is het fundament waarop het nieuwe omgevingsrecht moet worden gebouwd.
- Harmoniseer de verschillende wetten die verschillende belangen regelen op het gebied van onder meer externe veiligheid, flora en fauna, archeologie en milieu. Een integrale benadering van de leefomgeving is nodig.
- Harmoniseer en versober onderzoeksverplichtingen op het gebied van milieu, natuur en archeologie. Onderzoeksverplichtingen zijn er niet voor niets, maar ze kunnen minder omvangrijk en goedkoper.
- Verbeter de bestuurlijke processen. Vroegtijdig overleg tussen betrokken partijen leidt tot een hoogwaardig plan dat recht doet aan bouw-, natuur- én gezondheidsbelangen. De huidige wetgeving stimuleert langs elkaar heen werken, de nieuwe wet moet samenwerking bevorderen.
- Heb oog voor de betaalbaarheid van ruimtelijk beleid. Voor de vitaliteit van steden en platteland moeten gemeenten kunnen investeren in herstructurering, lokale infrastructuur en maatschappelijke voorzieningen. De gemeentebegroting kan deze uitgaven echter niet meer dekken door verliezen op grondexploitatie.
- Regel goede ICT-voorzieningen die de uitvoering van de wet ondersteunen. Dit levert veel gebruiksgemak voor burgers, bedrijven én gemeenten op.
- Betrek het ruimtelijke gedeelte van de nieuwe Wet natuur. De herziening van het omgevingsrecht is een grote, eenmalige operatie. Het kabinet moet geen kansen laten liggen doordat de nieuwe Wet natuur onder een andere bewindspersoon valt.
- Zorg voor een hanteerbare overgangssituatie. Het gehele wetgevingsstelsel is zó omvangrijk, dat een complete fundamentele herziening in één keer keer lastig is. Wetten en instrumenten die wèl goed werken, moeten niet zonder meer van de hand worden gedaan, herziening van het omgevingsrecht is geen doel op zich.
Een praktijkgerichte kennisbank met antwoorden voor professionals >> |
---|
Stef says
Alternatieve top 8:
– Zorg ervoor dat de provinciale regeldruk blijft, nu het Rijk zijn verantwoordelijkheid ontloopt om een samenhangend ruimtelijk beleid op te stellen.
– Harmoniseer de verschillende wetten zonder dat je de te beschermen belangen laat verwateren (ik geef het je te doen).
– Behoud de onderzoeksverplichtingen zoals ze zijn, om de daarmee onderzocht belangen te borgen. Bovendien kun je niet minimaler gaan.
– Niet verbetering van de bestuurlijke processen is nodig (afgezien van bij megaprojecten), maar verbetering van het meenemen van omwonenden/ belanghebbenden. Deze voelen zich machteloos door het gevoel te hebben geen invloed te hebben als de procedures voor een plan eenmaal lopen.
– Betaalbaarheid kan nog steeds uit de grondexploitatie komen, als je maar over de lange termijn rekent. In gemeenten waar bevolkingskrimp is zul je als gemeente geen geld uit grondexploitatie kunnen halen, maar moet je geld gewoon in de begroting reserveren.
– Zorg dat zowel ICT als papier zijn bijdrage levert: de burger die het digitaal wil regelen mag dat doen, en de burger die het op papier wil regelen mag dat doen.
– Zorg dat natuur niet ondergeschikt raakt aan andere, ruimtelijke belangen en geen woordvoerder meer heeft.
– Het wetgevingsstelsel is te omvangrijk om te vangen in 1 wet. Bovendien werkt het. Don’t fix what ain’t broke.
Het is mooi er met een (te) afstandelijke, puur efficiencygericht bril naar te kijken. Maar dan verlies je teveel op het vlak van inhoud, belangenafweging en de pure kwaliteit van de leefomgeving die je nastreeft.