Voor sportclubs dreigen grote veranderingen. Gemeenten willen niet langer alle lasten van de accomodatie op zich nemen.
Voetbalaccommodaties zijn overwegend eigendom van gemeenten. Hockeyaccommodaties zijn voor ongeveer de helft geprivatiseerd en tennisaccommodaties zijn overwegend verzelfstandigd en in handen van sportverenigingen of stichtingen. Soortgelijke verschillen tussen sporttakken zijn zichtbaar waar het gaat om wie de verantwoordelijkheid heeft voor groot onderhoud en financiering van de toplaag van de kunststofvelden.
Dit blijkt uit onderzoek dat het Mulier Instituut in samenwerking met Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) en in opdracht van NOC*NSF heeft verricht naar de exploitatie en het beheer van buitensportaccommodaties. Deze verschillen tussen sporttakken zijn vanuit een historisch perspectief goed te verklaren. Voetbal werd als volkssport van oudsher ondersteund door de overheid, waar elitesporten als tennis en hockey zelfvoorzienend waren.
Privatisering
Van alle buitensportaccommodaties is 32% volledig geprivatiseerd. 40% van de gemeenten is voornemens om in de komende collegeperiode (meer) buitensportaccommodaties te privatiseren. Dit betekent dat meer verantwoordelijkheden worden overgeheveld naar sportverenigingen. Weliswaar hebben verenigingen nu al in grote mate de verantwoordelijkheid voor klein onderhoud, maar het groot onderhoud ligt met uitzondering van tennisaccommodaties overwegend bij gemeenten.
Gemeenten betalen als gevolg van lage huurtarieven het grootste deel van de kosten van de buitensportaccommodaties.
Door de aangekondigde tariefsverhogingen en het beleidsvoornemen van gemeenten om meer te privatiseren, gaat er voor de buitensport in de komende periode wat veranderen. De discussies over de hervorming van tariefstelsels laten zien dat gemeenten de tarieven van binnen- en buitensportaccommodaties meer in lijn willen brengen, met als gevolg dat de tariefsverhoging vooral de buitensport zal treffen.
Verder geeft het beleidsvoornemen tot privatisering een indicatie dat gemeenten meer verantwoordelijkheden gaan overhevelen naar de sportverenigingen. Hierbij is gelet op de grote diversiteit in type verenigingen een gedifferentieerde aanpak tot privatisering te prevaleren boven een generiek beleid. Niet alle verenigingen zijn immers in staat om de verantwoordelijkheid voor de accommodatie te dragen.
Kwaliteit
Verder is meer onderzoek gewenst om inzicht te krijgen in de gevolgen van het beoogde gemeentelijk beleid op het functioneren van verenigingen en de kwaliteit van de sportaccommodaties. Gemeenten hechten belang aan goed onderhoud van de velden en zijn van mening dat extra investeren in onderhoud loont omdat dit de levensduur van de velden verlengt.
Over het algemeen wordt de huidige staat van de buitensportaccommodaties door gemeenten minimaal als voldoende beoordeeld. Verder nemen gemeenten weinig verschil waar in de verwachte en werkelijke levensduur van kunststofvelden.
Hiermee lijken gemeenten een optimistischer beeld te hebben van de werkelijke levensduur en de staat van onderhoud van de sportaccommodaties dan de sportsector zelf, die in reactie op deze uitkomsten aangeeft dat een deel van de huidige kunststofvelden niet meer aan de eisen voldoet en dat kunststofvelden minder lang meegaan dan beoogd en zodoende
eerder vervangen moeten worden.
Geef een reactie