In Utrecht worden daklozen “zonder binding met de regio” vanaf 1 juli de stad uitgezet, laat een woordvoerder weten.
Door de goede voorzieningen komen dak- en thuislozen van heinde en verre naar Utrecht toe, volgens de gemeente. Het beleid ten aanzien van deze groep mensen zou op die manier in gevaar komen. De bedoeling is namelijk dat er minder opvang nodig is door betere preventie en begeleiding.
“Aan de deur van nacht- en crisisopvang wordt onder meer gecontroleerd of een dakloze al minimaal twee jaar in de regio verblijft en of hij bijvoorbeeld familie of vrienden in de regio heeft”, verklaart woordvoerster Ingrid van der Aa in De Telegraaf. “Ook wordt er gekeken of hij een bekende van de politie is en waar hij is geboren. Als blijkt dat de dakloze te weinig binding met Utrecht heeft, wordt deze overgedragen aan de gemeente waar hij ’thuis hoort’. In afwachting van de overdracht krijgt de dakloze onderdak en zorg.”
Leger
Het Leger des Heils is kritisch. “In principe is het goed om daklozen steeds in dezelfde stad op te vangen. Het is dan veel eenvoudiger om ze te helpen, omdat de hulpverleners ze beter kennen”, zegt woordvoerder Jeroen Hoogteijling. “Als ze van stad naar stad zwerven, dan is het geven van een uitkering en schuldhulpverlening veel moeilijker. Het belangrijkste is dat mensen goed worden opgevangen, niet uit welke stad ze komen”
Hoogteijling benadrukt dat het Leger des Heils de ontwikkelingen in de Domstad nauwlettend zal volgen. „Als een prostituee in Eindhoven besluit te stoppen, , maar Eindhoven heeft geen opvangplek en Utrecht wel, dan moet Utrecht gewoon ruimte bieden. Het belangrijkste is dat mensen goed worden opgevangen, niet uit welke stad ze komen.” Volgens Hoogteijling zijn andere grote steden ook met dit soort plannen bezig.
Rina Beers says
Opvanginstellingen in Utrecht moeten vanaf 1 juli gaan controleren of daklozen die zij opvangen uit de regio afkomstig zijn. Als zij niet uit de Utrechtse regio komen worden ze ‘overgedragen’ aan de regio van herkomst. De Federatie Opvang heeft grote zorgen over dit plan.
Ondanks eerdere discussies over de noodzakelijke ?warme overdracht? van daklozen naar hun regio van herkomst, hebben wethouders daarover nog geen enkele afspraak gemaakt. Bovendien vindt de Federatie Opvang dat de controle op regiobinding niet aan opvanginstellingen moet worden opgedragen.
De Federatie Opvang gaat de staatsecretaris van VWS om opheldering vragen.
De gemeente Utrecht zegt aan de deur van nacht- en crisisopvang te controleren of een dakloze al minimaal twee jaar in de regio verblijft en of hij bijvoorbeeld familie of vrienden in de regio heeft.
Dit is in strijd met de Wmo. De eis van toegankelijkheid staat in artikel 20, zesde lid, van de Wmo. Laagdrempelige opvang, dat wil zeggen nacht-, dag- en crisisopvang, moet altijd landelijk toegankelijk zijn.
Al twee jaar ligt er een gedragscode voor gemeenten over landelijke toegankelijkheid en regiobinding op de plank. Het belangrijkste uitgangspunt van de gedragscode is dat er voor iedere dak- en thuisloze opvang is, als eerste stap naar een persoonsgerichte aanpak. Dat is te realiseren wanneer de dak- en thuisloze zich in elke centrumgemeente kan aanmelden voor maatschappelijke opvang. Het is de bedoeling dat de gedragscode wordt vastgesteld door de colleges van burgemeester en wethouders van de 43 centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang. Als alle 43 colleges deze gedragscode hebben vastgesteld, is de landelijke toegankelijkheid van de maatschappelijke opvang gewaarborgd.
Het ministerie van VWS heeft eerder aangegeven dat voorkomen moet worden dat mensen maatschappelijke opvang zou worden onthouden als gevolg van een te strikt vasthouden aan regiobinding door sommige centrumgemeenten. Indien daartoe aanleiding is, worden centrumgemeenten aangesproken op hun verantwoordelijkheden. De Federatie Opvang is van mening dat deze stap moet worden genomen.