Het is bij nader inzien geen kabinetsbeleid dat gemeenten die te veel samenwerken, verplicht moeten worden samengevoegd. Dit is ‘ongelukkig opgeschreven’ in het regeerakkoord en ‘de interpretatie is nu anders’.
Dat zei topambtenaar Reinier ter Kuile van het ministerie van Binnenlandse Zaken donderdag in Den Haag tijdens een bijeenkomst van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). Directeur Maarten Allers van het jubilerend instituut presenteerde hier onderzoeksresultaten die de aanname dat grotere gemeenten minder zouden samenwerken, ontkrachtten. Hij schreef hierover ook onlangs een column in VNG Magazine.
Onjuiste veronderstelling
Toch lijkt deze onjuiste veronderstelling te schuilen achter het kabinetsbeleid om gemeenten die veel samenwerken, te verplichten tot fusie. In het regeerakkoord staat letterlijk: ‘Een proces van herindeling is gewenst voor gemeenten die langjarig en in hoge mate afhankelijk zijn van gemeenschappelijke regelingen voor essentiële taken.’ Allers: ‘Kennelijk is het idee dus dat grote gemeenten minder de samenwerking met andere gemeenten aangaan, maar dat blijkt nergens uit.’
Een foutje
Ter Kuile erkende dat de zinsnede uit het regeerakkoord een ‘slip of the pen‘ is, een foutje dus. Wel stelde hij dat ‘de bedoeling erachter helder is’. Hij verwees daarbij naar het kabinetsplan, overigens apart opgenomen in het regeerakkoord, om samenwerking voor gemeenten makkelijker te maken. Daarvoor is het de bedoeling om de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) op de schop te nemen. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken schreef hierover eerder een brief aan de Kamer. Zij onthult op 10 oktober meer details, aldus Ter Kuile.
Absolute nulpunt
Allers roept Den Haag op tot duidelijk keuzes voor de richting van het lokale bestuur. Hij wijst erop dat van de ruim duizend gemeenten die we in 1950 hadden, er nu nog maar 380 over zijn. ‘Als we in dit tempo doorgaan, raken we over 33 jaar het absolute nulpunt.’ Volgens Allers moet de politiek kiezen voor een democratisch regiobestuur óf de samenwerking aanvaarden. Een derde mogelijkheid zou zijn dat de decentralisaties, waarmee de gemeentelijke taken zijn uitgebreid en die nopen tot samenwerking, worden teruggedraaid. ‘Er is hoe dan ook een visie nodig.’
Democratische bezwaren
Voor herindeling en samenwerking wordt vaak gekozen met het oog op betere kwaliteit van diensten en lagere kosten, hoewel daarbij vaak vraagtekens te zetten zijn. Nieuw COELO-onderzoek bevestigt bovendien dat de opkomst bij verkiezingen langdurig lager is in fusiegemeenten. Dit suggereert dat herindelingen afbreuk doen aan de democratische betrokkenheid van bewoners. Samenwerking via gemeenschappelijke regelingen is daarentegen op een andere manier slecht voor de democratie: het verlegt de besluitvorming naar niet-democratisch gekozen lichamen, waarop gemeenteraden in de praktijk vaak moeilijk grip krijgen.
Geef een reactie