Angst lijkt te regeren als het gaat om het realiseren van ruim 30.000 verblijfplaatsen voor arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa.
In een brief over de voortgang van de huisvesting van EU-arbeidsmigranten heeft minister Blok het over vooruitgang en “de nodige slagen.” De minister is erg te spreken over de inzet van Aedes, VNG en de Stichting Normering Flexwonen. Ondanks die inzet zijn er nog te weinig concrete afspraken en resultaten te melden.
In negen regio’s zijn er afspraken gemaakt onder de vlag van ‘Nationale Verklaring (tijdelijke) huisvesting EU-arbeidsmigranten’. Een aantal regio’s pakken die afspraken voortvarend op. Vooral de regio’s Haaglanden en West Brabant worden door de minister aangehaald als goede voorbeelden. Daar zijn duidelijk bestuurlijke afspraken gemaakt en is duidelijk hoeveel plekken er waar nodig zijn.
Zorgen
Zo blij als de minister met deze twee regio’s zo bezorgd is hij over de stadsregio Rotterdam, Holland Rijnland en Noord Holland Noord. In de Rotterdamse regio ontbreekt ghet nog aan afspraken over een evenwichtige verdeling over de regio. Terwijl ook de samenwerking tussen de verschillende partijen nog niet soepel lijkt te lopen. Blok: “Probleem is dat huisvesters migranten in wijken met goedkope woningen wil huisvesten, maar dat wil de gemeente Rotterdam niet om concentratie te voorkomen. In leegstaande kantoren in Rotterdam worden geen woningen voorzien vanwege de hoge kosten van transformatie of een verkeerde ligging. Ook de discussie met de woningcorporaties is lastig omdat er onduidelijk was over wat ze nu wel en niet mogen.”
De conclusie over Holland Rijnland is snoeihard. “Ik heb geconstateerd dat het de regio niet is gelukt om in maart tot bestuurlijke afspraken te komen en dat het lijkt dat gemeenten wel de lusten maar niet te lasten van de aanwezigheid van arbeidsmigranten willen dragen.”
Urgentie
In Noord Holland Noord signaleert de minister een gebrek aan urgentie: “Inmiddels is er wel bestuurlijk draagvlak om tot een convenant te komen. Het daarin vastleggen van concrete cijfers is voor de gemeenten echter te confronterend. Er wordt nu geprobeerd om vanuit de vraagkant de huisvesting vlot te trekken. Daarbij merken diverse gemeenten dat er meer bouwaanvragen worden ingediend om permanent “tijdelijke” huisvesting te mogen realiseren. Het gaat echter langzaam om alle gemeenten de noodzaak te laten inzien dat er extra aandacht nodig is voor de huisvesting van EU arbeidsmigranten.”
Ondanks dat er bijna nergens grote overlast wordt ervaren is er toch grote weerstand bij burgers binnen de verschillende regio’s. Beide maakt dat een aantal gemeenten niet heel veel haast of daadkracht toont bij het zetten van stappen om het probleem op te lossen. Volgens Blok zullen er dit najaar door de regio’s die achterliggen “stevige extra inzet geleverd worden.”
wimreedijk says
In veel plaatsen wordt de boot nog afgehouden omdat niet bekend zou zijn om welke aantallen het gaat. Maar we weten heel goed dat er in Nederland een kleine half miljoen EU-arbeidsmigranten verblijven. Deels fatsoenlijk gehuisvest, maar we weten ook dat veel campings, boerenschuren en huizen van huisjesmelkers uitpuilen van slecht gehuisveste arbeidsmigranten. 500.000 dat is ongeveer 3% van de bevolking. Elke gemeente kan de rekensom maken dat er dus actie nodig is voor 3% van het eigen inwonertal minus het aantal wel goed (vergund) gehuisveste arbeidsmigranten; tenzij je dat met de buren in de regio anders afspreekt. In veel regio?s is ook al aanvullend onderzoek gedaan om dit in te kleuren (zie http://www.flexwonenarbeidsmigranten.nl). Waar wachten we nog op?
Sjoerd Visser says
Het grootste gevaar voor dit land komt van binnenuit…van degenen die wel verandering kunnen/moeten teweeg brengen, maar dat om allerlei redenen niet willen !!! De angst regeert…de angst voor het onbekende !!! Stel je voor dat hett onbekende mis gaat? Het gaat nu ook al vele jaren mis…dus als je daarin niets verandert blijft het ook nog vele jaren zo mis gaan (of ‘goed gaan’…zoals men dat in sommige politieke kringen zo uitspreekt). Stel je voor dat je wat anders probeert en het leidt wél tot een oplossing? Maar als je dat niet probeert weet je zeker dat je daar nooit achter zult komen.