De VNG betreurt het dat de landelijke kwaliteitsnormen en -toezicht voor de huishoudelijke hulp en de openbare geestelijke gezondheidszorg in de nieuwe wet blijft bestaan.
Gemeenten moeten de kwaliteit borgen van maatschappelijke
ondersteuning, aldus artikel 3 van de Wmo. Als inkoper van
huishoudelijke hulp is een gemeente verantwoordelijk voor de
kwaliteit. Daarnaast houdt ook de Inspectie Gezondheidszorg nog eens
toezicht. Een nieuwe wet houdt vast aan dit dubbel toezicht.
Het wetsvoorstel Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) handhaaft het
toezicht van de IGZ tot minstens 2014. Dat geldt ook voor het toezicht
op de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ).
De VNG betreurt het dat de landelijke kwaliteitsnormen en -toezicht
voor de huishoudelijke hulp en de OGGZ blijft bestaan. Aan het dubbele
toezicht komt in de praktijk zo geen eind.
Toezicht bij en door gemeenten
Gemeenten zijn
prima in staat de kwaliteit te handhaven, klanttevredenheidonderzoeken
tonen dat aan. Elk gemeentebestuur is bovendien verantwoording schuldig
aan de gemeenteraad.
De Wmo gaat niet uit van verzekerde rechten maar van ondersteuning op
maat, waarbij het eindresultaat telt. De lijn van het wetsvoorstel Wcz
staat op gespannen voet met deze intentie van de Wmo. Regels uit de
zorgsector moeten niet op Wmo worden toegepast: dat frustreert
vernieuwingen.
Vragen
Het wetsvoorstel roept nog twee andere vragen op:
- Waarom maakt de wet onderscheid tussen instellingen maatschappelijke opvang OGGZ-instellingen?
Het is niet duidelijke welke instellingen onder de OGGZ vallen. - Volgens de toelichting stijgen de nalevingskosten van de Wcz
met € 10 miljoen per jaar. Wie gaat deze kosten betalen?
Gemeenten moeten worden gecompenseerd bij hogere prijzen
van zorgproducten.
De VNG stuurde een brief aan het parlement over het voorstel.
Geef een reactie