Inwoners hebben nog maar weinig vertrouwen in hun eigen gemeente. Het vertrouwenspeil verschilt weliswaar per regio, maar is op de meeste plekken gekelderd door de coronacrisis. Dit blijkt uit een analyse van Kieskompas, in opdracht van dagblad Trouw.
Bijna 40 procent van de Nederlanders heeft momenteel weinig tot zeer weinig vertrouwen in de lokale overheid. Eerder onderzoek liet al zien dat het vertrouwen in de overheid onderuitging tijdens de coronacrisis. Vóór corona vertrouwde rond de 70 procent van de Nederlanders de overheid. Daarvan is minder dan de helft over inmiddels, vooral het platteland had te maken met een kentering.
Trouw rapporteert over de laatste ontwikkelingen op basis van een analyse van Kieskompas. Daarin is onderzocht hoe de perceptie van de lokale overheid zich gedurende de coronapandemie ontwikkelde.
Daling vertrouwen lokale overheid
In de zomer van 2020 had 30 procent van de inwoners weinig tot zeer weinig vertrouwen in de eigen gemeente. Afgelopen najaar was dit opgelopen tot bijna 40 procent. Over het algemeen geldt dat mensen nog altijd méér vertrouwen hebben in het gemeentebestuur dan in de landelijke overheid.
Regionale verschillen
Uit het onderzoek komen aanzienlijke regionale verschillen naar voren. In Delfzijl en omgeving daalde het vertrouwen in de lokale overheid bijvoorbeeld erg snel. Waar in 2020 nog 30 procent uitsprak weinig vertrouwen te hebben, was dit eind 2021 opgelopen tot maar liefst 70 procent. De aanpak van de aardbevingsproblematiek zou hier de boosdoener zijn. Mensen voelen zich in de steek gelaten. Naast Oost-Groningen noemt Trouw ook de Achterhoek, waar eveneens bovengemiddeld veel mensen gedurende de pandemie hun vertrouwen in de gemeente verloren.
Steden versus platteland
In stedelijke gebieden hebben mensen over het algemeen iets meer vertrouwen in de lokale overheid, zo blijkt uit de analyse. André Krouwel, politicoloog en oprichter van Kieskompas, noemt dit opvallend. Volgens hem wordt vaak verondersteld dat in kleinere gemeenschappen meer vertrouwen is, omdat de afstand tot vertegenwoordigers en bestuurders kleiner is.
‘Maar juist vanwege die korte afstand zijn mensen in kleine gemeenschappen misschien minder geneigd om te vertrouwen op formele instituties,’ zegt Krouwel in het dagblad. ‘Ze vertrouwen meer op de mens en op elkaar. In stedelijke gebieden zijn mensen meer gewend om te vertrouwen op anonieme, formele instituties. Daarbij speelt opleidingsniveau een rol. In stedelijke gebieden wonen over het algemeen meer hoger opgeleiden. Zij hebben gemiddeld genomen meer vertrouwen in instituties.’
Uitzonderingen
Deze conclusie gaat niet overal op, zo blijkt ook uit het rapport. In het zuidwesten van Drenthe nam het vertrouwen juist iets toe. Ook in Friesland hebben relatief veel mensen vertrouwen in het gemeentebestuur. De Zaanstreek is een uitzondering de andere kant op. Hier nam de groep met weinig tot heel weinig vertrouwen in de lokale overheid juist toe, met bijna 20 procentpunt.
Landelijke trend
De landelijke trend in vertrouwen bepaalt voor een groot deel hoe inwoners hun lokale bestuur zien. ‘Als het vertrouwen in de landelijke instituties wordt ondermijnd, dan zijn gemeenten daarvan het slachtoffer,’ zegt Krouwel tegen de krant. ‘Ongeacht hoe goed ze worden bestuurd. Er zal ongetwijfeld een enorme variatie zijn in de kwaliteit van de bestuurders en wat er de afgelopen jaren allemaal tot stand is gebracht. Maar toch zie je over de hele linie dat het vertrouwen daalt.’
Geef een reactie