In de lokale politiek zijn vrouwen nog altijd zwaar ondervertegenwoordigd. Vooral in kleine gemeenten zijn er nauwelijks vrouwelijke wethouders. Dat blijkt uit cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
In gemeenten met een inwoneraantal tot 20.000 inwoners is maar 1 op de 6,25 wethouders een vrouw, oftewel 16,5 procent. In gemeenten met meer dan 100.000 inwoners is dat 1 op de 4 (25 procent).
Opvallend is dat de kleinere gemeenten in 2009 nog prima scoorden voor de maatstaven van die periode. Toen was 1 op de 5 wethouders in gemeenten met minder dan 20.000 inwoners een vrouw. Dat is nu het landelijk gemiddelde, maar daar zitten de kleine gemeenten dus ver onder.
Burgemeesters
Als het aankomt op vrouwelijke burgemeesters, geldt hetzelfde landelijke gemiddelde: 21 procent. Ook hier zijn echter flinke verschillen, met Zeeland als dieptepunt. De provincie is al sinds 2010 een volledig mannenbolwerk. In de periode daarvoor waren er nog wel enkele vrouwelijke burgemeesters in de in totaal 13 gemeenten die de provincie rijk is, al was het nooit veel. In 2002 was namelijk 12 procent van de burgemeesters in Zeeland vrouw, in 2006 nog 8 procent.
Zeeland staat daarmee in schril contrast met de meeste andere provincies. In Flevoland is 33 procent van de burgemeesters vrouw, in Noord-Holland 31 en in Zuid-Holland 27. Anderzijds stelt ook Drenthe sterk teleur met slechts 8 procent. Limburg en Utrecht blijven met 15 procent ook behoorlijk achter op het landelijk gemiddelde van 21 procent.
Volgens de onderzoekers, die het rapport van het ministerie opstelden, verschilt het aandeel van vrouwelijke wethouders tussen politieke partijen enorm. SP en GroenLinks hebben de meeste vrouwelijke wethouders in de gelederen, gevolgd door D66. Ook wat betreft burgemeesters doet GroenLinks het goed: de verhouding is 50/50.
Bezuinigingen
In een vorige week gepubliceerde brief laat minister Marja van Bijsterveldt (Emancipatie) weten dat de groei van het aantal vrouwen in belangrijke overheidsfuncties inderdaad beperkt is. “Een belangrijke rol spelen de bezuinigingen en de krimp binnen het Rijk. Deze hebben geleid tot een beperkte instroom’’, aldus de minister.
Geef een reactie