Wijkteams zijn een zwaar en duur middel dat in 95 procent van de gevallen wordt ingezet waar het niet nodig is, ziet directeur Jos de Blok van Buurtzorg Nederland als één van de problemen in transitiejaar 2015. “Juist met uren tellen nodig je zorgaanbieders uit volume te maken.”
De bedoeling was toch juist om de zaken anders te organiseren? De vroegere wijkverpleegkundige, nu al jaren directeur van het veelgeprezen Buurtzorg Nederland, verbaast zich niet enorm over het “AWBZ-denken” van gemeenten. De ervaring met de Wet maatschappelijk ondersteuning leert dat er al die jaren “nul komma nul aan vakinhoudelijke kennis is bijgekomen”, zegt De Blok.
Maar laten we positief beginnen. “Het is goed dat je als gemeente door het overhevelen van zorgtaken kan nadenken over praktische oplossingen in de wijken”, stelt de zorgdirecteur. Gebeurt dat ook? “Nee. Veel te weinig. Ik zie weinig creatieve oplossingen. Het productdenken overheerst.”
Vakmanschap
Kijk juist naar de gewenste uitkomst, is het advies. “Hoe versterk je zelfredzaamheid, bijvoorbeeld?” Uiteindelijk gaat het om vakmanschap. Dat betekent volgens De Blok niet dat je zorgverleners maar hun gang moet laten gaan; toch zijn aanbestedingsdocumenten van rond de 100 pagina’s het andere uiterste en vaak de verstikkende praktijk. “Hoe complexer je de zaken regelt, hoe meer dat afleidt van het werk zelf.”
Als het te complex wordt, doet Buurtzorg niet mee, is het devies. En dat het allemaal niet zo ingewikkeld hoeft, wordt onder meer bewezen door de gemeenten als Putten en Zaltbommel. “Wat wil je bereiken? Dat was de vraag daar. Uiteindelijk kom je dan op een aanbestedingsdocument van een pagina of twintig.”
Ga met kennis van zaken op zoek naar oplossingen voor zorgvragers, herhaalt De Blok waar mogelijk. “Juist met uren tellen nodig je zorgaanbieders uit volume te maken. Stoppen met overbodige zorgverlening is altijd een optie, maar er zijn genoeg zorgaanbieders die daar niet voor keuzen omdat het systeem daar niet toe uitnodigt. Dit terwijl je uiteraard het werk moet doen dat nodig is; niet dat wat mogelijk is.”
Monitoren
Waarom zou je kiezen voor het monitoren van gewerkte uren? Uren en budget zijn te verkopen, ziet De Blok maar al te vaak. “Het is de meest eenvoudige manier. De controle wordt ook vaak gedaan door mensen met een financiële achtergrond. Verder is het grotendeels een wereld die wordt beheerst door bestuurskundigen. Daar proberen wij als organisatie dan maar zo weinig mogelijk last van te hebben.”
De Blok vecht al jaren tegen die bestuurskundige bierkaai. Wordt hij nooit eens moedeloos van zijn strijd tegen managers en allerhande systeemdenkers? Nee, is het antwoord. “Die buitenwereld proberen we zo veel mogelijk buiten te houden. We richten ons op de binnenwereld bij de cliënten thuis.”
Het droombeeld is ’s ochtends als verpleegkundige de wijken in en ’s middags preventief werk doen. Door verdelen van werk in financiële hokjes is dat wel heel erg lastig geworden. Al die stukjes – ze maken het werk niet beter. Daarom werkt De Blok en consorten aan een onderzoek om te bewijzen dat hun werkwijze ook bedrijfseconomisch de betere keuze is.
“Er gebeurt al te veel op basis van aannames; niet vanuit de vakinhoudelijke praktijk.”
Wijkteams
Laat de wijkverpleegkundige om tafel gaan met iemand die zorg nodig heeft, is het advies. Als je kijkt naar de drie categorieën (lichamelijk, psychisch, jeugdhulp) van inwoners die zorg nodig hebben, gaat het grotendeels om eenvoudige taken. Toch moet er dan een heel wijkteam gaan praten over deze cases.
“Vanuit hun eigen achtergrond gaan de teamleden dan iedere hun eigen problemen bedenken. Als je toch wilt bezuinigen, moet je daar niet voor kiezen. Per keukentafelgesprek zal dit in Apeldoorn naar schatting 500 euro kosten. Een wijkverpleegkundige voert dit gesprek voor ongeveer 60 euro.”
Naast de wijkteams en de keukentafelgesprekken is er nog een adagium waar De Blok voor waarschuwt: het participatie-idee als lineair proces. Wat kan je zelf? Wat kan je familie doen? Je vrienden, buren? Pas op met deze denkwijze, zegt de Buurtzorgdirecteur. “Wees juist niet te voorzichtig in het voortraject. Daar is winst te halen. Wat als iemand een hersenbloeding krijgt, of dement wordt? Dan heb je de kennis van een zorgverlener nodig.”
Vluchtig
De conclusie van de vaak op het schild gehesen zorgbaas is dat er nog veel moet gebeuren de komende jaren. Mooie slogans leiden af van de inhoud. De praktijk zal weerbarstig blijken.
Waarom de VNG niet wat terughoudender is met haar communicatie dat het allemaal wel goed komt? “De transities hebben ook met status te maken. Als er veel geld in om gaat, krijg je ego-gedrag. Dat zie je ook bij zorgverzekeraars. En de politiek is vluchtig. Als het over een paar jaar slecht blijkt te gaan, is de verantwoordelijke wethouder misschien alweer vertrokken.”
De Blok was onlangs in Singapore, waar mensen met een zorginhoudelijke achtergrond op wat latere leeftijd voor het ministerie van Volksgezondheid gaan werken. Dat lijkt hem ook wel iets voor Nederland. Ook hier werken mensen met overgave voor de zorg, haast hij zich te zeggen. “Toch zou het niet gek zijn om meer vanuit de zorgvrager te denken.”
Eerder verschenen:
P. Cuyvers says
Hoeveel waardering ik ook heb voor de innovaties van Buurtzorg, dit verhaal is wat kort door de bocht. Voor de goede orde: het risico dat de Blok signaleert is zeker aanwezig. Recent onderzoek door het ministerie van BZK laat zien dat er veel geld gaat naar wijkteams, maar dat er geen aanwijsbare kostenbesparing is. De oplossing is echter niet, zoals de Blok suggereert, het massaal inhuren van zijn wijkverpleegkundigen. Als er een span dure paarden achter de wagen gespannen wordt, helpt het niet om dat door een enkel goedkoper paard te vervangen. Als gemeenten niet minder maar juist meer ‘bedrijfskundig’ dachten, dan gingen ze eerst na waar die hoge kosten exact lagen: 3 procent van de huishoudens veroorzaakt niet minder dan 50 procent van de uitgaven in het sociale domein. (Stapelingsmonitor VNG 2014). Van dat geld, gemiddeld ongeveer een ton per huishouden, komt heel weinig bij inwoners zelf terecht, maar heel veel in het zwarte gat van systeemfouten, slechte samenwerking, enzovoort. Onze eerste experimenten met de Volledig Ontschotte Lokale Gezinsondersteuning (VOLG) laten zien dat het ‘ontschotten’ hier extreem effectief is en echt voert tot betere hulp voor veel minder geld. Zonder aanbesteding, maar met monitoring op gezinsniveau. Elke gemeente kan dit soort gegevens vrij eenvoudig uit de eigen informatiestromen halen. Kortom, gemeenten moeten niet minder maar juist meer ‘bedrijfseconomisch’ kijken naar sociale wijkteams .