Wat verandert er per 1 juli 2022 in wet- en regelgeving voor gemeenten? Onder andere de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) is in werking getreden, en de tijdelijke wetten ‘verkiezingen Covid-19’ en ‘digitale beraadslaging en besluitvorming’ houden op te bestaan. Een overzicht van de belangrijkste nieuwe wetten en regels.
Wijziging Wgr
Vooraf is er al veel over gezegd, vandaag is de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) een feit. Lokale overheden werken steeds meer en intensiever met elkaar samen. De daarvoor bedoelde Wgr maakt deze (publiekrechtelijke) samenwerking mogelijk tussen provincies, gemeenten en waterschappen.
Met de wijziging worden de mogelijkheden van volksvertegenwoordigers om hun rol bij gemeenschappelijke regelingen te vervullen, aangepast en uitgebreid. Dit gaat om controleren en kaders stellen, deels al direct per 1 juli. Voor de spelregels om bestaande gemeenschappelijke regelingen aan te passen, bijvoorbeeld voor lokale overheden die eruit willen stappen of met betrekking tot evaluaties, geeft de wet een implementatieperiode van twee jaar.
Nieuwe strafrechtelijke positie boa met geweldsbevoegdheid
Als buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) zich niet houden aan hun regels die gelden voor het gebruik van geweld, kunnen zij hiervoor gestraft worden. Vanaf 1 juli is hiervoor het nieuwe delict ‘schenden van de geweldsinstructie’. Het is bedoeld voor gevallen waarin een opsporingsambtenaar onvoorzichtig handelde of een verkeerde inschatting maakte. Als een boa welbewust de geweldsinstructie schendt door bijvoorbeeld disproportioneel geweld te gebruiken blijft het mogelijk om te vervolgen voor geweldsdelicten, zoals mishandeling en doodslag.
Met ingang van 1 juli zijn ook de inzetcriteria voor geweld- en vrijheidsbeperkende middelen geactualiseerd en verduidelijkt in de Ambtsinstructie.
Tijdelijke wet verkiezingen Covid-19 vervalt
Het kabinet verlengt de Tijdelijke wet verkiezingen Covid-19 (Twv) niet, waardoor deze per 1 juli vervalt. Reden hiervoor is dat de Eerste Kamer de verlenging van de zogenoemde Coronawet (Tijdelijke wet maatregelen Covid-19) eerder verwierp. Gelet daarop vindt het kabinet het niet passend om de grondslag voor coronamaatregelen in het stemlokaal, zoals tot voor kort geregeld in de Twv, te laten voortduren in een andere tijdelijke wet. Dat schrijft minister van Binnenlandse Zaken Bruins Slot in een brief aan de Tweede Kamer.
Dit betekent dat de eerstvolgende herindelingsverkiezingen – in november worden Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne samengevoegd, mits de Eerste Kamer die herindeling goedkeurt – weer volledig onder het reguliere regime van de Kieswet plaatsvinden. Vervroegd stemmen is dan niet meer mogelijk en de openbare zittingen van het centraal stembureau mogen niet meer digitaal plaatsvinden.
Gemeenteraad mag niet meer digitaal vergaderen
De Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming is niet verlengd. Dat betekent dat per 1 juli digitaal vergaderen niet meer wettelijk is toegestaan. De minister van Binnenlandse Zaken (BZK) Bruins Slot wil dit wel mogelijk maken. Ze werkt aan een permanente regeling voor digitale beraadslaging en besluitvorming door gemeenteraden, maar het wetsvoorstel is er waarschijnlijk pas in de eerste maanden van 2023.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) had liever dat de mogelijkheid om digitaal te vergaderen in stand bleef totdat een permanente regeling rond is. BZK werkt aan een nieuwe tijdelijke wet waarin wordt gewaarborgd dat gemeenten veilig kunnen blijven vergaderen als de coronabesmettingen oplopen.
Structurele pandemiemaatregelen
Het is overigens niet uitgesloten dat er tóch speciale volksgezondheidsmaatregelen in de stemlokalen gelden later dit jaar, dat blijft afhankelijk van de actuele coronasituatie. De Wet publieke gezondheid wordt aangepast, en krijgt een ‘structurele grondslag’ voor onder meer maatregelen in verband met de openstelling van publieke plaatsen.
Daar kunnen ook hygiëne- en beschermingsmaatregelen in stemlokalen onder vallen. Verder werkt Bruins Slot nog aan een permanente grondslag in de Kieswet voor organisatorische voorzieningen tijdens verkiezingen in tijden van een pandemie.
Bijstandsnormen
Het bruto wettelijk minimumloon is per 1 juli 2022 vastgesteld op 1.756,20 euro per maand. Hiermee wijzigt ook het netto minimumloon, zoals bepaald in de Participatiewet. Ook de gerelateerde bijstandsnormen wijzigen, evenals de ondergrens van de studietoeslag en andere uitkeringen (IOAW en IOAZ). De bedragen staan op een rij in de normenbrief voor gemeenten.
Btw op energie
De btw op energie (aardgas, elektriciteit en stadsverwarming) is per 1 juli tijdelijk verlaagd van 21 naar 9 procent. Deze tegemoetkoming geldt tot 1 januari 2023. Hierdoor betalen huishoudens gemiddeld 140 euro minder btw over energie. Eind juni stemde het parlement hiermee in. De btw-verlaging moet samen met maatregelen als de energietoeslag voorkomen dat huishoudens diep in de schulden belanden door de hoge energieprijzen.
Geef een reactie