Er is reden voor zorg over de integratie van immigranten in Nederland, maar er is tegelijkertijd geen reden om het optimisme te verliezen, zei minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken, nadat hij twee rapporten over integratie in ontvangst had genomen.
De PvdA-minister en vicepremier constateerde dat problemen duidelijk worden benoemd, maar dat het nu zaak is om die aan te pakken. “Ik heb ook weleens het gevoel dat het niet snel genoeg gaat met de integratie, maar ik kom ook altijd weer mensen tegen die ervoor zorgen dat ik mijn optimisme niet verlies”, aldus Asscher, die in zijn toespraak duidelijk een andere toon leek aan te slaan dan minister Gerd Leers (Asiel en Immigratie) tijdens de vorige kabinetsperiode deed.
Optimistisch
Asscher gaf aan optimistisch te blijven, onder meer omdat Turkse meisjes het volgens hem goed doen op school. Hij wees ook op Marokkaanse vaders die betrokken zijn bij de opvoeding en Nederlandse werkgevers die álle sollicitanten een eerlijke kans geven.
De minister ziet de rapporten van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) als een soort apk voor integratie. Volgens hem maken ze duidelijk dat veel niet goed gaat, of niet goed genoeg. Zo is de relatie tussen allochtone en autochtone Nederlanders in de afgelopen 18 jaar niet of nauwelijks verbeterd.
Kinderen
Maar ook is duidelijk dat er veel dingen goed gaan, vindt Asscher. Zo zijn de kinderen van immigranten over het algemeen beter opgeleid, hebben zij vaker werk en identificeren zij zich meer met Nederland.
Geef een reactie