IZA heeft na overleg met de VNG de premies voor de Gemeentezorgpolis in 2011 vastgesteld. De premie voor de basisverzekering gaat van € 90,22 naar € 98,09 per maand.
De premie voor de meest gebruikte aanvullende verzekering (Classic) gaat van € 26,83 naar € 29,60 per maand.
Basisverzekering
De rekenpremie van de overheid stijgt dit jaar met € 8,75 per maand en ook dit jaar gebruiken de meeste zorgverzekeraars deze stijging als bodem voor hun premieontwikkeling. De VNG en IZA hebben contractueel afgesproken dat de premie voor de basisverzekering jaarlijks met maximaal deze rekenpremie mag stijgen. Voor de Gemeentezorgpolis is de stijging dit jaar netto € 7,87 per maand.
Aanvullende verzekering
Ook de premies voor de aanvullende verzekeringen stijgen. Dit komt deels door stijgende zorgkosten en deels door aanpassingen in het pakket. Het vorige kabinet heeft besloten dat in 2011 een aantal vergoedingen geen onderdeel meer van de basisverzekering zijn. De VNG en IZA hebben in overleg besloten welke van deze vergoedingen terugkeren in de aanvullende verzekering. De VNG heeft bij deze keuzes nadrukkelijk de forse premiestijging in de basisverzekering meegewogen.
De meeste vergoedingen komen terug in de aanvullende verzekering maar bijvoorbeeld de vergoeding van de rollator niet. De belangrijkste vergoedingen die in 2011 niet meer in de basisverzekering zitten maar terugkomen in de aanvullende verzekering zijn:
- mondzorg voor mensen in de leeftijd van 18-21 jaar
- anticonceptiemiddelen voor mensen vanaf 21 jaar
- de 10e, 11e en 12e behandeling fysiotherapie met een chronische indicatie.
Toekomstige ontwikkelingen zorgverzekering
De stijgende zorgkosten staan momenteel volop in de belangstelling en ook de huidige regering heeft plannen voor ingrijpende veranderingen in de organisatie van de zorg en de zorgverzekering. Deze plannen zijn nog niet concreet maar omvatten in ieder geval de samenstelling van de basisverzekering en de relatie tussen (werkgevers)collectiviteiten, zorgverzekeraars en zorginnovatie. De VNG volgt deze ontwikkelingen en beraadt zich op eventuele gevolgen voor toekomstige afspraken over de gemeentelijke collectiviteit.
Geef een reactie