Deze maand vieren we 10 jaar dualisme in de lokale politiek. Een feestje wordt er niet gevierd, omdat mensen willicht zelf inzien dat daar geen aanleiding voor is. In plaats van het versterken van de lokale bestuurskracht, lijkt besluiteloosheid in veel gemeentehuizen een echt probleem te worden.
– COLUMN – Luc Dietz
De opkomst van Leefbaar Nederland, LPF, PVV en haar lokale varianten in dezelfde afgelopen 10 jaar, zorgden voor een verdere versnippering van de politieke arena. Het onvermijdelijk daarbij horend afbrokkelen van de steun voor de gevestigde politieke partijen, maakten het lokale politieke slagveld compleet.
In navolging op de landelijke politiek en vooruitlopend op de provinciale politiek, behoren lokale bestuurders sinds 7 maart 2002 niet langer tot de volksvertegenwoordiging. Wethouders maakten tot die tijd deel uit van de gemeenteraad en daarmee had de coalitie vaak vrijspel in het doordrukken van de eigen standpunten en plannen. De opkomst van Pim Fortuyn die na zijn moord bijna mythische vormen aannam, zorgde voor de andere ontwikkeling binnen de lokale politiek: de opkomst van lokale politieke partijen die de stem wel weer even terug zouden geven aan het volk.
Afzetten
De tot dan toe statige raad- en stadhuizen in het hele land schudden op hun grondvesten. Taal die tot verkort eigenlijk uitsluitend gebezigd werd door insprekers die ergens hartgrondig tegen waren, werd overgenomen door raadsleden: het populisme werd geboren. Wethouders konden niet meer automatisch rekenen op de steun van de coalitie en de Leefbaren lieten een nieuwe wind waaien. Niet alleen inhoudelijk, maar ook door de wijze waarop men met het politieke ambacht bezig was. Men zette zich af tegen iedere vorm van establishment. Het moest afgelopen zijn met de achterkamertjes en alles moest en zou transparant in de openbaarheid besproken worden.
De gevestigde politieke orde kon hier slecht mee omgaan. Daar was men als laatste restje van de verzuiling, gewend aan het opereren in netwerken. Een directeur van een christelijke basisschool werd gewoon gesteund door het CDA, de directeur van de woningbouwvereniging kon standaard rekenen op de steun van de PvdA en ondernemers konden altijd wel met succes aankloppen bij de VVD. Daar kwamen nieuwe politieke partijen op het toneel zonder deze vaste netwerken en gebruikelijke lijnen. En sterker nog, men ging zich ertegen verzetten. Alle besluiten waar de geur omheen hing dat het van tevoren met een aantal stakeholders al afgekaart was, werden niet op inhoud, maar op vorm en ontstaan neergesabeld.
Hell of a job
De bouwsector heeft bijvoorbeeld van oudsher veel te regelen met de lokale overheid. Als een wethouder een initiatief neemt voor een nieuwbouwproject of herstructurering, heeft hij of zij een ontwikkelaar nodig en omgekeerd ook. Maar tegenwoordig is een goed gesprek met een wethouder (of soms zelfs burgemeester) niet meer genoeg om de steun ondubbelzinnig te krijgen. Er zal brede steun geworven moeten worden. De wethouder heeft genoeg aan zijn hoofd en gaat niet voor een ander de kooltjes uit het vuur halen. Dus moet projectontwikkelaars, maar ook woningcorporaties, in toenemende mate zelf de steun gaan organiseren bij gemeenteraadsleden. Met vaak maar een beperkte meerderheidscoalitie, moet men zich ook wenden tot de oppositiepartijen. Een hell of a job voor partijen die grootgebracht zijn met het idee dat het meenemen van een zak investeringsgeld, alle deuren vanzelf opent.
Participatiedrang
Omdat de stem van het volk meer dan ooit doordringt op het lokale politieke toneel, kan de lobby voor nieuwe plannen of initiatieven zich niet beperken tot dit toneel. Nee, ook de opinieleiders om de lokale politici heen moeten het plan of initiatief steunen. Dat is dus de volgende ring die bediend moet worden. En helaas niet de laatste ring. Als er namelijk een ding is dat de invoering van het lokaal dualisme en de opkomst van Fortuyn veroorzaakt hebben, dan is het de enorme participatiedrang.
Politici doen niets meer zonder de steun van het steeds mondiger wordende volk en de nieuwe politieke partijen gaan er prat op de stem van het volg te vertegenwoordigen. Wat deze hele ontwikkeling nog eens indringend voedt, is de opkomst van de sociale media, eigenlijk in dezelfde periode. Vroeger werd de dorpsomroeper door de burgemeester of de pastoor aangestuurd. Nu is iedereen zijn eigen dorpsomroeper.
Vier podia
Wil je in dit geweld overeind blijven en succesvol plannen of initiatieven lanceren, dan ontkom je er niet aan het lokale speelveld zeer goed te doorgronden. Het scherp analyseren van die mensen en groepen die echt invloed hebben, is onontbeerlijk. Wie vindt wat en hoe relevant is dat. Het grootste belang zegt vaak niet veel over de mate van invloed. Na deze analyse zal een aanpak gekozen moeten worden die zich in ieder geval afspeelt op vier podia: het College, de Raad, de stakeholders en ´het volk´.
Verwarring
Hoewel de invoer van het dualisme op het lokale politieke toneel bedoeld was om de bestuurskracht bij gemeenten te versterken, is vaak het tegengestelde gebeurd. Tot op de dag van vandaag heerst er verwarring in veel gemeentehuizen. Het heeft er ook toe geleid dat soms zeer kundige mensen die in het verleden wethouder geworden zouden zijn, hun vingers er niet meer aan willen branden.
Soms, heel soms, verlang je eigenlijk een beetje terug naar de burgemeester uit de boeken van Pietje Puk. Als hij het met je eens was, gebeurde het. En iedereen volgde. Wat was het leven toen eenvoudig.
Els Boers says
Dualisme krijgt de schuld van van alles en nog wat. In een adem noemt de schrijver van dit artikel het dualisme en de opkomst van Pim Fortuyn. De mondiger burger, de onvrede over de gevestigde partijen; dit heeft niets van doen met het dualisme. Het aardige en meest duidelijke is wel de laatste alinea: verlangen naar een situatie uit een boek.
De winst van dualisme is de rolverdeling tussen uitvoering en de beoordeling vanaf de zijlijn door de raad. Enige afstand maakt dat je de dingen beter kunt overzien.
Een systeem brengt nooit de oplossing en het systeem is nooit de oorzaak. Het zijn de mensen die invulling geven aan het systeem, zij zorgen voor het succes of mislukken. En wat het dualisme betreft? Het hangt er vanaf wie je vraagt of het een succes is of niet, veel raadsleden vinden van wel.