Het zo noodzakelijke transformatieproces in het sociaal domein verdwijnt naar de achtergrond. Tijd om de transities te vergeten en te werken aan vitale relaties.
Nog vier maanden te gaan en dan wordt de grootste wijziging van ons sociale zekerheidsstelsel een feit! De zorgen om het transitieproces nemen inmiddels toe. Zijn gemeenten er op tijd klaar voor is een steeds meer gestelde vraag. Het ook zo noodzakelijke transformatieproces verdwijnt naar de achtergrond. Een pleidooi voor samen-werken!
Onlangs werden in het artikel Trend: Zorgen om transities de vijf grootste zorgen op een rij gezet. Naast de transities is het transformatieproces van belang. In dit proces gaat het onder meer om het invoeren van een andere werkwijze en het informeren van burgers dat de dienstverlening op belangrijke onderdelen ingrijpend verandert. En wat mij betreft gaat het voor al om samenwerking tussen gemeenten en allerlei organisaties. Hier ligt de grote uitdaging bij het concreet vorm en inhoud geven aan de veranderende taken, verantwoordelijkheden en spelregels. Samenwerken is een noodzakelijke voorwaarde om de nieuwe wettelijke taken uit te kunnen voeren. En om de bestuurlijke ambities in de visiedocumenten waar te maken.
Samen-werken
De gemeente moet in zijn rol als regievoerder intensief spreken met bestaande en nieuwe partners hoe het sociaal domein vanaf volgend jaar wordt georganiseerd. Niemand kan het alleen. Mijn stelling is dat van de gemeentelijke ambities alleen wat terecht kan komen als op een constructieve wijze wordt samengewerkt met maatschappelijke organisaties. Dat geldt voor alle drie de decentralisaties.
Het gaat zowel om een adequate dienstverlening aan veelal kwetsbare burgers die een beroep doen op de nieuwe regelgeving als om de inrichting van de nieuwe bedrijfsvoering. Bij dit laatste gaat het niet alleen om het aangaan van op resultaat gerichte nieuwe samenwerkingsovereenkomsten met onder meer SW-bedrijven, welzijnsorganisaties en jeugdhulporganisaties. Het gaat ook om een deels andere werkwijze van medewerkers bij gemeenten en die maatschappelijke samenwerkingspartners.
Ontslagronden
Niemand heeft een volledig beeld waar we vier maanden voor de invoering staan. We horen organisaties in de Jeugdzorg de noodklok luiden, we lezen dat maatschappelijke partners, zoals zorginstellingen, massaal medewerkers willen ontslaan en zien dat er nog heel wat werk verzet moet worden in gemeenteland.
Ik denk dat 2015 een overgangsjaar wordt en dat de focus vanaf nu komt te liggen op “wat moet, komt eerst”. Het grote gevaar is dat het gesprek met burgers, medewerkers en maatschappelijke organisaties om over een efficiënte en effectief nieuwe inrichting van het sociaal domein te spreken door de tijdsdruk op de achtergrond verdwijnt en dat er onvoldoende geïnvesteerd wordt in de noodzakelijke condities voor een adequate dienstverlening aan burgers. Maar investeren in samen-werken, om meerwaarde te creëren, verbindingen te leggen en vitale relaties tot stand te brengen is wel hard nodig!
Het jaar 2015 dreigt hierdoor niet alleen een overgangsjaar te worden, maar ook een jaar waarin herstelwerkzaamheden moeten plaatsvinden door eerder gemaakte haastige en ondoordachte keuzen. Met nare gevolgen voor de dienstverlening, onbeheersbare budgetten en onbenutte kansen.
Dit magazine helpt bestuurders, ambtenaren en professionals die aan de slag zijn met transitie van de jeugdzorg op weg. Het geeft de stand van zaken weer, met relevante verwijzingen. Download het gratis magazine >>
H Marchand says
Toch jammer dat pas in 2015 het lapwerk verricht moet worden over zaken die eigenlijk in 2014 al onder de categorie ‘wat moet, komt eerst’ hadden moeten vallen. In 2015 zijn aantal zaken al ‘nieuwe realiteit’ (zoals een oceaan aan aanbieders) geworden en gaan partijen dan weer aan vasthouden aan die nieuwe werkelijkheid. Gevalletje van ’te laat’ gaat dat worden of van dure bypasses doordat de focus nu ligt op alleen de transitie en niet de transformatie.