De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) kent van oudsher al vele informatieverplichtingen voor het bestuur. Met de wijziging van de Wgr in 2022 geldt ook een actieve informatieplicht voor het bestuur van een samenwerkingsverband tegenover de gemeenteraden.
De wijziging van de Wgr ter verbetering van de democratische legitimatie is per 1 juli 2022 ingevoerd. In een serie blogs ga ik in op de wijziging. In deze vierde blog staat de nieuwe actieve informatieplicht centraal.
Voor gemeenteraden, provinciale staten en algemene besturen van waterschappen is het essentieel dat zij over informatie beschikken om democratisch te kunnen sturen en controleren. Zonder informatie weten zij immers niet welke ontwikkelingen op hen afkomen en kunnen zij geen politieke beleidskeuzes maken en daarmee richting geven aan de uitvoering.
Zonder informatie kunnen zij evenmin bestuurders ter verantwoording roepen en eventueel ingrijpen of bijsturen als het mis dreigt te gaan in de uitvoering. Het inlichtingenrecht van een volksvertegenwoordiger is dus cruciaal. Dat is bij gemeenschappelijke regelingen niet anders!
Passieve informatieplichten
De Wet gemeenschappelijke regelingen kent daarom van oudsher al vele informatieverplichtingen. Zo moeten een lid van het algemeen bestuur inlichtingen geven aan het bestuursorgaan dat hem heeft aangewezen én aan zijn eigen volksvertegenwoordiging (voor zover dat natuurlijk niet ook al het aanwijzende bestuursorgaan is).
Volksvertegenwoordigers kunnen ook altijd inlichtingen vragen aan het algemeen bestuur, dagelijks bestuur of voorzitter van een openbaar lichaam, aan het bestuur van een bedrijfsvoeringsorganisatie of aan een gemeenschappelijk orgaan. De zogeheten ‘passieve informatieplicht’. Zij hoeven immers alleen informatie te verstrekken wanneer een of meer volksvertegenwoordigers daar actief naar vragen. In de gemeenschappelijke regeling moeten nadere afspraken staan over hoe de inlichtingen worden verstrekt.
Actieve informatieplicht college en dagelijks bestuur
De Wet gemeenschappelijke regelingen kent van oudsher géén actieve informatieplicht voor de bestuursorganen ingesteld bij een gemeenschappelijke regeling tegenover de deelnemende bestuursorganen of volksvertegenwoordigingen. Er gold sinds 2015 alleen een actieve informatieplicht voor het dagelijks bestuur naar het algemeen bestuur van een openbaar lichaam. Daarmee werd de positie van het algemeen bestuur versterkt.
En natuurlijk geldt altijd de actieve informatieplicht van een college van burgemeester en wethouders of burgemeester aan de gemeenteraad (bij regelingen waaraan geen raden deelnemen). In de praktijk komt het nog weleens voor dat de ene gemeenteraad meer of andere inlichtingen krijgt dan de andere, over dezelfde samenwerking. Door de actieve informatieplicht bij het bestuur van het samenwerkingsverband te leggen, zou dat ondervangen kunnen en moeten worden.
Actieve informatieplicht bestuur samenwerkingsverband
Sinds juli 2022 geldt ook een actieve informatieplicht van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter tegenover de gemeenteraden. Die verplichting richt zich niet alleen op informatie over te nemen besluiten, maar betreft alles dat de raad behoort te weten om zijn taak goed te kunnen vervullen. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een begrotingsoverschrijding.
Het bestuur van het samenwerkingsverband stuurt de informatie rechtstreeks aan de raden. Dus zonder tussenkomst van het college of de burgemeester. Zij kunnen reeds kennisnemen van de informatie, vanwege hun positie in het bestuur van het samenwerkingsverband.
Geen sanctie
Op het niet verstrekken van de informatie staat overigens geen sanctie, omdat de betreffende bestuursorganen géén verantwoording afleggen aan de gemeenteraden. Er kunnen in de gemeenschappelijke regeling of op verzoek van de raden afspraken worden gemaakt over welke informatie in elk geval actief aan de raden wordt gezonden. In de gemeenschappelijke regeling moet verder geregeld worden hoe de inlichtingen verschaft worden aan de gemeenteraden.
Rob de Greef is senior adviseur en directeur bij Cooperación, docent/onderzoeker staats- en bestuursrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, en gemeenteraadslid voor de VVD in Helmond. Hij is gespecialiseerd in gemeenterecht, bestuurlijk organisatierecht en governance-vraagstukken en publiceert hier veelvuldig over.
Geef een reactie